Pagina:Grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden (1917).pdf/25

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
Art. 73
- 25 -

aan den gewonen regter of aan een collegie, met administratieve regtspraaik belast, worden door den Koning beslist.

71. (69*) De Koning draagt aan de Staten-Generaal ontwerpen van wet voor en doet hun zoodanige andere voorstellen als Hij noodig acht.

Hij heeft het regt de door de Staten-Generaal aangenomen wetsontwerpen al of niet goed te keuren.

72. (116*, 117*) De wijze van afkondiging der wetten [1] en der algemeene maatregelen van bestuur [2] en het tijdstip waarop zij aanvangen verbindende te zijn, worden door de wet geregeld.

Het formulier van afkondiging der wetten is het volgende :

„Wij enz. Koning der Nederlanden enz. ;
„Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut ! doen te weten :
„Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat enz. ;

(De beweegredenen der wet.)

„Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der StatenGeneraal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze" enz.

(De inhoud der wet.)

„Gegeven" enz.

Ingeval eene Koningin regeert of het Konink­lijk gezag door een Regent of door den Raad van State wordt waargenomen, wordt de daar­ door noodige wijziging in dit formulier gebragt.

† 73. (70*) De Koning heeft het regt, om de Kamers der Staten-Generaal, elke afzonderlijk of beide te zamen, te ontbinden. Het besluit, waardoor die ontbinding wordt uitgesproken, houdt tevens den last in tot het verkiezen van nieuwe Kamers binnen veertig dagen, en tot het zamenkomen der nieuw ver­

kozen Kamers binnen drie maanden.

  1. Zie art. 2 der onder de bijlagen opge­ nomen wet van 15 Mei 1829, S. 28. 7ie ook het besluit van den Souvereinen vorst van 18 December 1813 (S. 1814, n°. 1) en het besluit van 22 December 1863, S. 149.
  2. Zie de wet van 26 April 1852, S. 92, ge­wijzigd bij die van 23 Juni 1893, S. 111, onder de bijlagen opgenomen.