Pagina:Grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden (1917).pdf/46

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
Art. 159 — 46 —

oorloofd in de gevallen bij de wet bepaald, krachtens eenen bijzonderen of algemeenen last van eene magt door de wet aangewezen.

De wet regelt de vormen, waaraan de uit­ oefening van deze bevoegdheid gebonden is. [1]

159. (154) Het geheim der aan de post of andere openbare instelling van vervoer toevertrouwde brieven is onschendbaar, be­ halve op last des regters. in de gevallen in de wet omschreven.

160. (155*) Op geen misdrijf mag als straf gesteld worden de algemeene verbeurdver­klaring der goederen, den schuldige toebehoorende.

161. (156*) Alle vonnissen moeten de grond­den waarop zij rusten inhouden en in straf­zaken de wettelijke voorschriften, waarop de veroordeeling rust, aanwijzen.

De uitspraak geschiedt met open deuren.

Behoudens de uitzonderingen door de wet bepaald zijn de teregtzittingen openbaar.

De regter kan in het belang der openbare orde en zedelijkheid van dezen regel afwijken.


TWEEDE AFDEELING.
Van de regterlijke Magt.

162. (157*) Er bestaat een opperste geregtshof onder den naam van Hooge Raad der Nederlanden, waarvan de leden door den Koning overeenkomstig het volgende artikel worden benoemd.

163. (158*) Van eene voorgevallen vacature wordt door den Hoogen Raad aan de TweedeKamer der Staten-Generaal kennis gegeven die, ter vervulling daarvan, eene voordragt van drie personen aan den Koning aanbiedt, ten einde daaruit eene keuze te doen.

De Koning benoemt den president en den vice president uit de leden van den Hoogen Raad.

164. (159*, 160*) De leden der Staten-Generaal, de hoofden der ministeriele departe-

  1. Zie o. a. de onder de bijlagen opgenomen wetten van 31 Augustus 1853, S. 83, tot verzekering der uitvoering van sommige voorschrif­ten van plaatselijke verordeningen, en van 21 Juli 1890, S. 127, tot verzekering van de toepassing van bij de wet bevolen of toegelaten vrij­heidsbeneming.