Pagina:Grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden (1917).pdf/77

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
— 77 —

Nederlanders, of door de wet als Nederlandsche onderdanen erkenden, die niet krachtens on­ herroepelijke rechterlijke uitspraak wegens krankzinnigheid of zwakheid van vermogens, de beschikking of het beheer over hunne goederen hebben verloren, noch van de ver­kiesbaarheid ontzet zijn, en den ouderdom van dertig jaren vervuld hebben.

De artikelen 100 tot en met 114 vervallen.

Artikel 115 wordt gelezen als volgt:

De leden der Eerste Kamer worden op de door de Provinciale Wet bepaalde wijze gekozen door de Provinciale Staten in de volgende verhouding :

Noordbrabant . 6
Gelderland . . . 6
Zuidholland. . 10
Noordholland . 9
Zeeland . . . . . 2
Utrecht. . . . . . 2
Friesland . . . . 4
Overijssel. . . . 3
Groningen. . . .3
Drenthe . . . . . 2
Limburg . . . . . 3
50

Artikel 122 wordt gelezen als volgt:

De tot lid der Eerste Kamer benoemde legt, nevens zijn geloofsbrief, aan de Kamer over een uittreksel uit de geboorteregisters, bij ge­mis daarvan, eene akte van bekendheid, waaruit tijd en plaats zijner geboorte blijken, en eene door hem zei ven af te geven verklaring, ver­meldende alle openbare betrekkingen die hij bekleedt.

Artikel 125, eerste lid, wordt gelezen als volgt:

Wanneer een lid der Eerste Kamer ophoudt Nederlander te zijn of krachtens onherroepe­lijke rechterlijke uitspraak wegens krankzinnig­heid of zwakheid van vermogens, de beschikking of het beheer over zijne goederen heeft verloren of van de verkiesbaarheid ontzet is, houdt hij op lid te zijn.

Artikel 126 wordt gelezen als volgt: Leden der Tweede Kamer kunnen alleen zijn Nederlanders, of door de wet als Nederlandsche onderdanen erkenden, die niet krachtens on­herroepelijke rechterlijke uitspraak wegens krankzinnigheid of zwakheid van vermogens, de beschikking of het beheer over hunne goederen hebben verloren, noch van de verkiesbaarheid ontzet zijn en den ouderdom van dertig jaren vervuld hebben.