Pagina:Grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden (1917).pdf/84

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
— 84 —

verkiezing van de leden der Staten is de laatste Dinsdag der maand Februari.

Alsdan worden caniidaten gesteld ter ver­vulling van de plaatsen der leden, die met den volgenden eersten Dinsdag van Juli moeten af­ treden.

Artikel 6 vervalt.

Artikel 7 wordt gelezen :

Gedeputeerde Staten bepalen vóór elke verkiezing van de leden der Staten den dag waar­op de stemming zal geschieden.

De stemming geschiedt in alle kieskringen en in alle stemdistricten op denzelfden dag.

Artikel 8 wordt gelezen :

In afwijking van het bepaalde in artikel 51 ƒ der Kieswet, mogen op dezelfde lijst ten hoogste twintig candidaten worden geplaatst.

De artikelen 8bis, 9, 9bis en 9ter ver­vallen.

Artikel 10 wordt gelezen :

De benoemde ontvangt onverwijld van den voorzitter van het hoofdstembureau van den kieskring waarin de lijst, waarop hij is ge­kozen, is ingeleverd, een afschrift van het proces-verbaal der in artikel 93 der Kieswet voorgeschreven zitting van dit bureau en van de processen-verbaal der stemming.

Hij ontvangt onverwijld van den voorzitter van het hoofdstembureau, aangewezen in ar­tikel 51 c, eerste lid, der Kieswet, een afschrift van het proces-verbaal der zitting waarin de uitslag der verkiezing is vastgesteld en, in de gevallen bedoeld in de artikelen 11a, 116, 70 c en 70 d, tevens een afschrift van het proces­ verbaal waaruit zijne benoeming blijkt.

De afschriften strekken den benoemde tot geloofsbrief.

Artikel 11 wordt gelezen:

De benoemde geeft binnen drie dagen na het bekomen van de afschriften bewijs van ontvangst daarvoor af.

Binnen vier weken na de dagteekening van het bewijs van ontvangst van het afschrift van het in artikel 10, tweede lid, genoemde proces-verbaal waaruit zijne benoeming blijkt, geeft hij kennis aan den voorzitter van het daarin bedoeld hoofdstembureau, of hij de be­ noeming aanneemt.

Hij wordt, laat hij dien tijd zonder kennis-