Pagina:Grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden (1917).pdf/86

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
— 86 —

Artikel 15, tweede lid, wordt gelezen :

De geloofsbrief moet door den benoemde binnen twee maanden na zijne dagteekening bij de Staten worden ingezonden.

Artikel 17, eerste lid, wordt gelezen als volgt:

Leden der Staten kunnen alleen zijn ingezete­nen der provincie, die Nederlander of door de wet als Nederlandsch onderdaan erkend zijn, niet krachtens onherroepelijke rechterlijke uitspraak wegens krankzinnigheid of zwakheid van vermogens, de beschikking of het beheer over hunne goederen hebben verloren, noch van de verkiesbaarheid ontzet zijn en den ouderdom van vijf en twintig jaren vervuld hebben.

Artikel 20, tweede lid, wordt gelezen :

Wanneer personen, zich in dien graad be­staande, te gelijker tijd zijn gekozen, wordt de oudste in jaren voor benoemde gehouden.

Artikel 23, tweede lid, vervalt.

Het opschrift van § 3 van het tweede hoofd­stuk wordt gelezen :

Van de aftreding van de leden der Staten.

Artikel 24 wordt gelezen :

De leden der Staten treden te gelijk af met den eersten Dinsdag der maand Juli.

De aftredenden zijn dadelijk herkiesbaar.

Artikel 25 vervalt.

Artikel 26 wordt gelezen :

Die ter vervulling eener tusschentijds open­ gevallen plaats tot lid der Staten gekozen is, treedt af op het tijdstip, waarop degene, in wiens plaats hij is gekozen, moest aftreden.

In artikel 59, eerste lid, wordt, in plaats Van „zes jaren", gelezen : „vier jaren".

Het tweede lid wordt gelezen : Zij treden te ge­lijk af met den eersten Dinsdag der maand Juli.

Artikel 60 vervalt.

Artikel 70 wordt gelezen :

De vergadering onderzoekt de geloofsbrieven der nieuw inkomende leden en beslist de ge­schillen, welke aangaande die geloofsbrieven of de verkiezing zelve oprijzen.

Zij gaat niet over tot het onderzoek van de geloofsbrieven, ingezonden door de na periodieke aftreding nieuw inkomende leden, dan nadat zijn ingekomen de geloofsbrieven van alle leden, of verstreken is de termijn, gesteld in artikel 15, tweede lid. Zij beslist over de