Pagina:Grondwet voor het Koningrijk der Nederlanden (1848).pdf/37

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

en besloten plaatsen wordt toegelaten, behoudens de noodige maatregelen ter verzekering der openbare orde en rust.

Onder dezelfde bepaling blijft de openbare godsdienstoefening buiten de gebouwen en besloten plaatsen geoorloofd, waar zij thans naar de wetten en reglementen is toegelaten.

168. De traktementen, pensioenen en andere inkomsten van welken aard ook, thans door de onderscheidene godsdienstige gezindheden of derzelver leeraars genoten wordende, blijven aan dezelve gezindheden verzekerd.

Aan de leeraars, welke tot nog toe uit 's Lands kas geen, of een niet toereikend traktement genieten, kan een traktement toegelegd, of het bestaande vermeerderd worden.

169. De Koning waakt 9 dat alle kerkgenootschappen zich houden binnen de palen van gehoorzaamheid aan de wetten van den Staat.

170. De tusschenkomst der Regering wordt niet vereischt bij de briefwisseling met de hoofden der onderscheidene kerkgenootschappen, noch, behoudens verantwoordelijkheid, volgens de wet, bij de afkondiging van kerkelijke voorschriften.


ZEVENDE HOOFDSTUK.
Van de Financien.


171. Geene belastingen kunnen ten behoeve van 's Lands kas worden geheven, dan uit krachte van eene wet.

172. Geene privilegien kunnen in het stuk van belastingen worden verleend.

173. De verbindtenissen van den Staat jegens zijne schuldeischers worden gewaarborgd. De schuld wordt jaar-