Pagina:Grondwet voor het Koningrijk der Nederlanden (1887).pdf/38

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd


ADDITIONELE ARTIKELEN.


Artikel I. Alle bestaande autoriteiten blijven voort duren, tot dat zij door andere, volgens deze Grondwet, zijn vervangen.

II. Alle op het oogenblik der afkondiging van de veranderingen in de Grondwet verbindende wetten, reglementen en besluiten worden gehandhaafd, tot dat zij achtereenvolgens door andere worden vervangen.

III. De heerlijke regten betreffende voordragt of aanstelling van personen tot openbare betrekkingen zijn afgeschaft.

De opheffing der overige heerlijke regten en de schadeloosstelling der eigenaren kunnen door de wet worden vastgesteld en geregeld.

IV. Art. 151 der Grondwet is niet toepasselijk ten aanzien van aardhaling, ingeval de specie wordt genomen van gronden, waarop de verpligting tot levering tegen of zonder vergoeding, krachtens gewoonte of verordening, zoowel als uit anderen hoofde, in 1886 rustte.

V. Het eerste lid van art. 152 der Grondwet blijft buiten toepassing, tot dat de wettelijke regeling omtrent de gevallen waarin geene schadeloosstelling in geval van vernietiging of voortdurende of tijdelijke onbruik baarmaking van eigendom verleend wordt, zal zijn in werking getreden.

VI. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . [1]

  1. De artt. VI, VIII, IX en XI bevatten voorschriften, die slechts eenmaal behoefden te worden nageleefd. De vermelding is dus hier overbodig.