Pagina:Mark Twain, De Lotgevallen van Tom Sawyer (1920).pdf/259

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

hun niet in de koude kleeren ging zitten. Zij moesten Woensdag en Donderdag te bed blijven en schenen toch hoe langer hoe vermoeider te worden. Tom mocht Donderdag een uurtje opzitten, ging Vrijdag weer eens uit en werd Zaterdag voor hersteld verklaard, doch Becky hield haar kamertje tot Zondag, en toen zag zij er uit alsof zij maanden ziek was geweest.

Tom hoorde dat Huck ongesteld was en ging hem Vrijdag bezoeken, maar werd niet in de ziekenkamer toegelaten; zelfs Zaterdag en Zondag kreeg hij hem nog niet te zien. Daarna evenwel mocht hij dagelijks bij hem komen, onder voorwaarde dat hij over het avontuur niet spreken zou en geen onderwerpen zou aanroeren, die den zieken knaap opgewonden konden maken. De weduwe Douglas bleef in de kamer, om te zien of haar gebod gehoorzaamd werd. Tehuis vernam Tom het gebeurde te Cardiff Hill en ook dat het lichaam van den in lompen gekleeden onbekende, in de rivier gevonden was bij de aanlegplaats der veerboot. Waarschijnlijk was hij verdronken, toen hij trachtte zich door de vlucht te redden.

Op zekeren morgen, omstreeks veertien dagen na hunne redding uit de grot, ging Tom Huck zijn gewoon bezoek brengen. De kleine vagebond was thans genoegzaam hersteld om een opwekkend verhaal te mogen aanhooren, en Tom had hem iets te vertellen, dat, naar hij meende, zijne belangstelling gaande zou maken.

Het huis van den heer Thatcher lag op zijn weg en de jongeheer Sawyer ging er, eer hij Huck bezocht, even aan om Becky te zien. De rechter en een paar zijner vrienden verzochten Tom, hun zijn wedervaren nog eens te verhalen, en een van hen vroeg hem spottend, of hij nog niet eens gaarne in de grot zou gaan, waarop Tom antwoordde, dat hij er niet tegen op zou zien.