Pagina:Mark Twain, De Lotgevallen van Tom Sawyer (1920).pdf/265

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

‘Hier is het, Huck; het is het aardigste holletje uit de gansche streek. Je moet het niet verklappen. Ik heb al lang zin gehad om roover te worden, maar ik wist, dat ik eerst zoo'n ding moest hebben als dit; - maar dat te vinden, daar zat het hem! Nu hebben wij het en wij zullen het alleen aan Joe Harper en Ben Rogers vertellen, want die zullen natuurlijk tot de bende behooren, anders zouden wij er niets aan hebben. De “Bende van Tom Sawyer”, klinkt prachtig; doet het niet, Huck?’

‘Ja, Tom, 't klinkt best. En wie zullen we bestelen?’

‘Wel, iedereen. Verdwaalde lui; - dat is zoo de gewoonte.’

‘En ze doodmaken?’

‘Neen, niet altijd. Ze in de grot opsluiten, totdat zij een losprijs betaald hebben.’

‘Wat is een losprijs.’

‘Geld. Je laat ze alles wat zij van hun vrienden krijgen kunnen, bijeengaren, en als ze dat, nadat je ze een jaar gehouden hebt, niet kunnen geven, maak je ze dood. Dat is zoo de gewone manier. Alleen de vrouwen worden niet vermoord. Die sluit je op, maar je vermoordt ze niet. Zij zijn altijd mooi en rijk en vreeselijk bang. Je berooft ze van haar horloges en dingen, maar je neemt in haar bijzijn altijd je hoed van je hoofd en spreekt beleefd tegen haar. Er zijn geen beleefder lui dan roovers, dat staat in alle boeken. De vrouwen gaan van je houden, en als ze een dag of veertien in de grot geweest zijn, houden ze op met schreien en dan kun je ze niet meer kwijtraken. Als je ze wegjoegt, zouden zij dadelijk omkeeren en terugkeeren. Dat kun je in alle rooversgeschiedenissen lezen.’

‘Jongens, dat is mij een leventje, Tom. Ik geloof, dat het prettiger is dan zeeroover te zijn.’

‘Ja; en 't is in sommige opzichten beter ook, omdat