Pagina:Mark Twain, De Lotgevallen van Tom Sawyer (1920).pdf/61

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

de kat; ik wil niets meer met je te doen hebben.” Dat neemt elke wrat weg.’

‘Het klinkt mooi, maar heb je het wel eens geprobeerd, Huck?’

‘Ik niet, maar moeder Hopkins heeft het mij gezegd.’

‘Dan zal het wel waar zijn, want ze zeggen, dat ze een tooverkol is.’

‘Zeggen? Wel, Tom, ik weet, dat zij er een is. Ze heeft Pap betooverd. Pap heeft het me zelf verteld. Op een dag kwam hij haar tegen, en hij bemerkte, dat ze hem betooverde. Toen nam hij een steen, en als zij niet uit den weg was gegaan, had hij haar doodgegooid. Nu, dien eigen nacht rolde hij van een vliering, waarop hij dronken lag te slapen naar beneden, en brak zijn arm.’

‘Hè, dat is verschrikkelijk. Hoe weet hij, dat zij hem betooverde?’

‘Hemel, dat moet Pap je zelf vertellen. Pap zegt: als ze je stijf aankijken, dan betooveren ze je, vooral als ze mummelen, omdat ze dan het “Onze Vader” 't achterste voor opzeggen.’

‘Zeg eens, Huck, wanneer ga jij het met de doode kat probeeren?’

‘Van nacht. Ik geloof, dat de duivels den ouden Hol Williams van nacht komen halen.’

‘Maar hij is Zaterdag al begraven, Huck. Hebben zij hem dan Zaterdag niet weggehaald?’

‘Wat dacht je? - Op Zondag? - De duivels loopen 's Zondags niet rond, zou je denken.’

‘Dat wist ik niet. Laat mij meegaan.’

‘Goed, - als je niet bang bent.’

‘Bang! - Nou nog mooier. Zul je om elf uur tegen het raam miauwen?’

‘Ja, en dan moet jij terug-miauwen en niet doen zooals