Pagina:Multatuli - Indrukken van den dag - 2.djvu/5

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

43

volk, even als ik mij, na twee vergeefsche pogingen, nog éénmaal wenden zal tot Zijne Majesteit den Koning, opdat ik wete of ik bij Koning en Natie mijn pleit verloren heb?

En juist daarom is, ook in dezen brief, mijn toon niet de toon van iemand die ambieërt, van iemand die stemmen zamelt, rondgaande met belofte en gevlei. Wie een’ regter tracht om te koopen, wantrouwt zijne zaak. De stukken van den processe zijn in Uwe handen: de Max Havelaar is alöm gelezen. Ik wilde dit, en daarom schreef ik zooals ik schreef. Het staat ieder vrij dat boek af te keuren, — ikzelf loop er niet hoog meê, — „het is mij volkomen om ’t even, hoe men de wijze beoordeele waarop ik mijn „houd den dief” heb uitgeroepen, mits men den kreet hoore, mits men mij bijsta in het grijpen en onschadelijk maken van den dief.

Op den Max Havelaar was van de zijde des Gouvernements slechts één antwoord mogelijk: „Gij hebt gelogen, de door U overgelegde stukken zijn verzonnen.”

Dàt antwoord is niet gegeven, en men zal dat niet geven.


Sedert twintig jaren heb ik mij bezig gehouden met het gadeslaan der wijze, waarop de Nederlandsche Natie, of de Regering dier Natie, zich kwijt van hare verpligtingen omtrent de Overzeesche bezittingen, en omtrent zich zelve. Het behoeft immers niet gezegd, dat de fouten ginds, eindelijk zullen terugwerken op de welvaart hier; en dat een goed bestuur van Indië, ook uit een geldelijk oogpunt, betere vruchten zou afwerpen, dan er te verwachten zijn van verkeerdheid.

4*