Pagina:Multatuli - Verspreide stukken - Zesde druk (1879).pdf/103

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
95
Japansche gesprekken.


zou komen" volgens de verzekering van Hieronymus van Alphen. [1]


Zy erkenden gulweg dat ze deze eer niet hadden, en vraagden wie en wat ik was?


’k Gaf ’n kaartje: Multatuli, genie.


De sekretaris schreef wat op. Ik gluurde in z’n boekjen, en bemerkte dat ik ’n plaatsje kreeg in de rubriek: industrieele zeldzaamheden, juist onder ’t stuk geschut dat ze hadden zien smelten en vermengen met brons, te Delft.


Genie…wat is dat voor’n beroep?


Ik hemde, kuchte, snoot en snoof, en zei heel onnoozel:


— Dat weet ik niet, o Kami!

— Kan je uurwerken maken?

— Neen, Kami.

— Of parapluien?

— Neen, Kami.


  1. (Noot van 1865.) Als ’t niet sedert eenigen tyd gemeenplaats ware geworden dezen man laag te stellen, zou ik van Alphen niet noemen zonder ’t zoo eerlyk verdiend praedikaat: vervelend. Ik bemerk evenwel dat men ’t eindelyk inziet, en zou me dus de moeite kunnen sparen daarop te wyzen, schoon ’n beetje revanche op den rymelaar die — met God, kerk en verdere nauwten — den kindertyd van zoo velen tot ’n hel maakte, niet erg te veroordeelen zou wezen. Maar nu verneem ik dat de verzenmaker Beets — die, godbeter’t, voor ’n dichter doorgaat! — de party van dien kinderdichter op zich neemt, en daarom dit nootje.
    Kinderpoëzie — d.i. poëzie voor kinderen — bestaat niet, m’nheer de kleinzoon van den redenaar van der Palm! Wie dit meent, heeft noch van poëzie, noch van kinderen verstand, en zekerlyk verkeert gy in dit geval. Ik mag hiertoe besluiten uit uw wel-vervuld dominees-ambacht en uw verzenmakery, die — neem ’t me al of niet kwalyk — al heel ellendig is. Ik heb uw Waterloo-vers gelezen, en verneem dat de krant-ombrengers u ’n proçes zullen aandoen wegens plagiaat. Och waarom die arme drommels zoo meedoogenloos te berooven van hun letterkundig eigendom!