Pagina:Multatuli - Verspreide stukken - Zesde druk (1879).pdf/121

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
113
Japansche gesprekken.


— Maar wat is de belooning van die deugdzaamheid, vroeg Kami.

— Geene, Kami, en ook weer om en door geld. Ouders, wetgevers en vorsten begrypen zeer goed dat het beloonen der deugd even duur zou uitkomen, als ’t dragen der gevolgen van het tegendeel. Daarom heeft men iets uitgevonden — ’n woord alweer, Kami — doch zeg eens, hebt ge m’n Ideen gelezen?

— Wel neen, we hebben aan de hoogleeraren te Jedo moeten belooven ons daarvan te onthouden.

— Dan kunt ge niet weten wat ik gezegd heb in nummer 88: woorden regeeren de wereld, Kami. Zoo’n »woord” nu heeft men by-gebrek aan ’n ketel over ’t vuur — ook uitgevonden om deugd te beloonen. Als uw kamermeisje vol kuisheid blyft, als de knecht van uw hotel blyft overvloeien van eerlykheid,


    Coronel, over de fabrieken in ’t Gooi. Daar zal men voorbeelden vinden van zeer on-amerikaansche, echt-beschaafd-maatschappelyke zedelykheid!

    Die christelyke fabriekarbeiders trouwen daar zeer jong en allerzedelykst. Waarschynlyk laten ze hun huwelyk inzegenen volgens ’n muurlingsch formulier (Ideen, 279) en dan? Dan kontribueeren zy aan ’n begrafenisfonds, liever nog aan meer dan een, en laten — of doen? de kinderen sterven, om ’n bron van inkomst te maken uit den dood van hun met dàt doel in ’t leven geroepen kroost!
    Niet dan huiverend durft men dit gelooven, niet waar? Maar het werk van Dr. Coronel draagt alle blyken van konscientieus onderzoek, en we moeten z’n bevinding wel als wáár aannemen, wanneer we ’t oog slaan op de manier waarop ook elders veel ouders hun kinderen behandelen. Liefderykheid is uitzondering. Byna overal schynt het bezit van kinderen een lastpost op de levensbegrooting van geluk. Ik heb vaders — uit den beschaafden stand, ditmaal — zich in tegenwoordigheid hunner dochters hooren beklagen dat het zoo moeielyk was met fatsoen van ’n meisjen aftekomen, dat jongens zooveel beter konden zorgen voor zichzelf, enz.
    Moet niet ’n meisje zich getroffen voelen door de betuigingen van liefde, die ze ontvangt van ’n vreemde, wanneer deze de ouderlyke liefdeloosheid zoo in de schaduw stellen? Mag men haar streng veroordeelen als ze gelooft?
    Alles wel bezien, geef ik de voorkeur aan de amerikaansche ketelmoraal. (Vgl. overigens nummer 448 myner Ideen, vooral de noten.)

8