Pagina:Van Alphen, Proeve van kleine gedigten voor kinderen (1779).pdf/214

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

En zo lang in 't bed te blijven
Gaf mij telkens veel verdriet.
Vader wilde mij vermaken;
Moeder lief deed, watze kon;
Maar zij moesten 's schielijk staken,
'k Was al moede eer ik begon.
'k Vreesde dat het nooit zou lukken,
En wanneer ik ledig zat,
Kreeg ik bijster kwade nukken,
Wijl ik geen geduld meer had.
'k Zei in 't eind - dat ledig wezen
Kan tog nooit voordeelig zijn.
'k Nam een boek; ik ging wat lezen;
En ik voelde minder pijn.
Ook begon ik wat te schrijven,
En wanneer ik prenten zag,
Kon ik op mijn kamer blijven,
Met vermaak, den heelen dag.
Vader zag mij eens beginnen
Aan een kleine teekening,
Moeder lief kwam daar op binnen;
Om te zien hoe 't met mij ging.