Pagina:Van Doesburg, Klassiek-barok-modern (1920).pdf/11

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Neen. Integendeel, veeleer van een bloei, want met Goya stond het Rembrandt-principe in bloei en was er een opkomst waar te nemen van een geheel nieuwe, meer zelfstandige, vrije manier van schilderen: het impressionisme. In dezelfde verhouding als Goya stond tegenover zijn tijd, in dezelfde verhouding stonden Courbet, Van Gogh, Cézanne tegenover den hunne met zijn klassicomanie en in dezelfde verhouding staan wij weder als wegbereiders eener nieuwe kunst tegenover dogma en doodenvereering.

Aan dit laatste heeft de academische opkomst- bloei- verval indeeling wel het meest schuld, want gaan wij deze begrippen eens wat nader controleeren, dan vragen wij : opkomst waarvan ? bloei waarvan ? verval waarvan ? Als antwoord moet dan gelden: van het klassieke schoonheidsbegrip, van het klassicisme. Zij die deze indeeling der kunst in drie perioden hebben uitgevonden: de wijsgeeren en kunstgeleerden, hebben de beteekenis der kunst uitsluitend aan de klassieke voorbeelden getoetst, waarmede zij aan de zijde der kunstproductie aan nabootsingsdrift der klassieke werken hebben opgewerkt, een teruggrijpen naar een verouderde beeldingsopvatting, en aan de zijde der leeken een onaantastbare doodenvereering. Inderdaad. Gij kunt geen boek over kunstgeschiedenis of dergelijke openslaan of gij kunt op elke bladzijde, voor de meest onbenullige, vormlooze grafurn of steenklomp — mits maar langs archeologischen weg de groote ouderdom is vastgesteld, een grenzelooze bewondering aantreffen.

Daarentegen in tijdschriften en dagbladen voor alles wat de levende mensheid aan nieuwe en frissche