Pagina:Van Doesburg, Klassiek-barok-modern (1920).pdf/21

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

verdiepte christelijke levensgevoel. In dezelfde verhouding waarin de Grieken stonden tegenover de verstrakte vorm der aegyptische kunst stonden de italianen, omstreeks de 14e en 15e eeuw, tegenover de vormen der middeneeuwsche kunst. Noch de eerste noch de tweede begrepen, dat deze vormen de verschijning beteekenden van een meer verdiepte levensziening. Van deze meer verdiepte ziening verstoken, ving men aan, de natuurlijke vormen, het uiterlijke te cultiveeren. Uit deze behoefte ontstond in de renaissance de studie van de klassieke kunst naast de nauwgezette natuurstudie. Deze natuurstudie, eerst «breed en edel opgevat», meer tot het wezen der natuur gericht, dan tot de uiterlijke verschijning, wordt later naturalisme met behulp der wetenschap en nog later geestelooze namaak van kleine accidenteele verschijnselen, om zoodoende een uiterlijk effect te bereiken. Dit is het Barok, een overwicht naar uiterlijke toevalligheden: de overheersching van het accidentele, bizondere, waaruit noodwendig volgen moest een grillig spel van willekeur, zoowel in de bouwkunst als in de schilderkunst.

De bouwkunst wordt, in plaats van monumentaal, decoratief, wars van logische constructie en overdenking, alles berekend op het uiterlijk effect.

De naam Michel Agniolo is onafscheidelijk met het barokprincipe verbonden. Michel Agniolo heeft het accidenteele in de schilder- en beeldbouwkunst tot het uiterst grillige en willekeurige doorgevoerd. Van hem zijn b.v. de pilasters, die van onder smaller zijn dan van boven, met gebroken en gebogen lijnen of die, welke in een menschelijke figuur overgaan afkomstig. Deze willekeu-