Naar inhoud springen

Acte van Afscheiding of Wederkering

Uit Wikisource
Het beginsel van de afscheiding De Afscheiding van 1834 (1934) door G. Keizer

Aanhangsel:Acte van Afscheiding of Wederkering (13 oktober 1834) door Hendrik de Cock

Naam-register
Uitgegeven in Kampen door J.H. Kok N.V.
[ 574 ]
 


Aanhangsel

 

Bij de lithografische weergave van het gedenkwaardig stuk, den 13en October geteekend door den kerkeraad, den 14en door bijna de geheele gemeente, thans berustende in de bibliotheek van de Theologische School te Kampen, dienen eenige aanteekeningen te worden gevoegd.

Een afdruk van deze lithografie treft men ook aan in Een schat in aarden vaten. III. Het leven van Hendrik de Cock, door J. A. Wormser[1]. Het opmerkelijke echter is, dat als Wormser verder in het boek de Acte van Afscheiding of Wederkeering opneemt, hij daarbij niet den tekst volgt van het gelithografeerde stuk, doch dien, welke wordt aangetroffen in zeer veel boeken, die over de Afscheiding handelen; ik noem daarvan eenige naar de chronologische orde, waarin zij verschenen, en welke door mij vroeger reeds werden genoemd en geciteerd. Alzoo bij Gieseler’s De bewegingen in de Nederlandsche Hervormde kerk; Helenius de Cock’s Hendrik de Cock; Verhagen’s Geschiedenis der Christelijke Gereformeerde kerk; Fernhout’s De Christelijke Gereformeerde kerk; Wormser’s reeds genoemd boek en eveneens Sybenga’s De Afscheiding. In alle deze werken is dit stuk opgenomen onder den titel: Acte van Afscheiding of Wederkeering en gedateerd: Ulrum, den 13en October 1834.

De heer J. Wijnbeek te Zwolle, die een beminnaar en vorscher is op het terrein der geschiedenis, ook die der Afscheiding, was zoo vriendelijk mij een op het allernauwkeurigst gecollationeerd afschrift van de Acte van Afscheiding te zenden, waarbij elke regel geheel naar het origineel werd weergegeven. Daar het lezen van de Acte in facsimilé met veel moeite gepaard gaat, heb ik gaarne met het facsimilé ook dezen tekst in dit werk een plaats willen geven en dien hier opgenomen. [ 575 ]


1Wij ondergetekenden Opzienderen en litmaten der Gerefor-
meerde Gemeente van Jezus Christus te Ulrum; sedert geruimen
tijd opgemerkt hebbende, het bederf in de Nederlansche Hervormde
Kerk, zoo wel in verminking of verlochening van de leer onzer
5vaderen gegrond op Gods woord, als in de verbastering van de bedie-
ning der Heilige Sacramenten naar de verordineering van Christus
in zijn woord; en in het bijna volstrekte verzuim der kerkelijke
tucht; welke stukken allen naar onze Gereformeerde belijdenis
Art: 29 kenmerken zijn der ware kerk; door Gods genade eenen
10Herder en Leeraar ontvangen hebbende die ons naar den
woorde Gods de zuivere leer onzer vaderen voorstelde, dezelve
zoo wel in het bijzonder als in het algemeen toepaste; werd
de gemeente daardoor meer en meer opgewekt om zich in
belijdenis en wandel terichten naar den regelmaat des
15Geloofs en van Gods Heilig woord Galaten 6:16. Philp: 3:16. en ook
afstand te doen van het dienen van God naar menschelijke geboden
omdat Gods woord ons zegt dat dit te vergeefs is Matth: 15:9 En te-
vens te doen waken voor de ontheiliging van tekenen en zegelen
van Gods eeuwig genadeverbond: hierdoor leefde de gemeente in
20rust en vrede, doch die rust en vrede werd gestoord, door de
hoogst onrechtmatig(e) en ongoddelijke schorsing van onzen
algemeen geliefden en geachten Herder en Leeraar; ten gevolge
van zijn openbaar getuigenis tegen de valsche leer en verontrei-
nigde openbare Godsdienstoefeningen; Stil en kalm heeft de gemeente zich
25met hunnen Herder en Leeraar tot hiertoe gedragen, onderscheidene
allerbillijkste voorste(ll)en werden gedaan (en) door onze(n) Herder
en Leeraar en door de overige Opzienderen der gemeente, meer-
malen werd onderzoek en oordeel op grond en naar Gods woord gevraagd
doch alles te vergeefs; classicale Provintiale en Sinodale Kerkbestu-
30ren hebben dit allerbillijkste verzoek geweigerd, en integendeel
gevorderd, berouw en leetwezen zonder aanwijzing van misdrijf
uit Gods Heilig woord, en onbepaald onderwerping aan Sinodale
regelmenten en voorschriften, zonder aanwijzing dat die op Gods
woord in alles gegrond zijn, daardoor heeft nu dit Nederlansche
35Kerkbestuur zich gelijk gesteld aan de door onze vaderen ver-
worpene Paapsche Kerk; dewijl niet alleen het vroeger opge-
noemde verderf word opgemerkt, maar daarinboven Gods
woord wordt verworpen of krachteloos gemaakt door kerkelijke
wetten en besluiten Mathh: 15:4, 23:4. Markus 7:7,8. en zij vervolgd
40die godzaliglijk willen leven in Christus Jezus naar zijne eige-
ne voorschriften in zijn woord opgetekend Matth: 2:13. 5:11; 12
10:23. 23:34. Lukas 11:49. 12:12 Joh: 5:16. 15:20. Handl. 7:52, 9:4. 22:4.7.
26:11, 14, 15. Rom: 12:14. 1ste Corinten 15:9. Gal. 1:13, 23. 4:29. Philp. 3:6
1ste Tess: 2:15. Openb: 12:13. Matth. 5:10. 13:21. Markus 10:30. Hand: 8:1
4513:50. Rom: 8:35. 1ste Corinten 5:12. 2de Cor: 4:9. 12:10 Gal: 5:11
6:12. 2de Tess: 1:4. 2de Timotheus 3:11, 12. en de contientie der men-
[ 576 ]schen gebonden; eindelijk is op gezag van het Provintiaal Kerk-
bestuur de Prediking van het woord Gods door een openbaar erkend
Kerkleeraar in ons midden de WelEW: Zeer Gel: Heer H.P. Scholte
50Gereformeerd leeraar te Dovren en Gindren in het land van Heusden
en Altena Provintie Noordbraband verboden geworden, en de onder-
linge bijeenkomsten de(r) geloovigen welke met open deuren werden
gehouden, werden met geldboeten gestraft: uit dit alles tezamen
genomen is het nu meer als duidelijk geworden, dat de Ne-
55derlandsche Hervormde Kerk niet de ware, maar de valsche
Kerk is volgens Gods woord en Art 29 van onze belijdenis,
weshalve de ondergetekenden met dezen verklaren dat zij
overeenkomstig het ampt aller gelovigen Art 28 zich afscheiden van de
gene die niet van de Kerk zijn, en dus geen gemeenschap meer
60te willen hebben, met de Nederlansche Hervormde Kerk,
tot dat deze terug keert tot de waarachtige dienst des Heeren
en verklaren tevens gemeenschap te willen uitoefenen met al-
le ware Gereformeerde ledematen, en zich te willen
vereenigen met elke op Gods onfeilbaar woord gegronde
65vergadering, aan wat plaatze God dezelve ook vereenigd
heeft, betuigende met dezen, dat wij ons in alles houden
aan onze aloude Formuieren van eenigheid NL: de belijdenis
des geloofs, de Heidelbergsche Cathechismus en Canones van
de Sinode van Dortrecht gehouden in den jare 1618, 1619
70onze openbare Godsdienstoefeningen te richten naar de aloude
kerkelijke Liturgie en ten opzichte der Kerkdienst en be-
stuur ons voor het tegenwoordige te houden aan de Ker-
kenordening opgesteld door de voornoemde Dortrecht-
sche Sinode, eindelijk verklaren wij bij dezen dat wij
75onzen onrechtmatig geschorsten Predikant als onzen
wettig geroepen en geordenden Herder en Leeraar blijven erkennen.

  1. Het eerst werd deze lithografische weergave gepubliceerd door Prof. H. de Cock, (Kampen, S. van Velzen Jr, 1868) die blijkens het door hem daarbij gegeven „Voorwoord” het stuk in 1856 in zijn bezit kreeg. Het werd destijds „gevonden onder een hoop papieren, die voor de familie, waarin zij nog bewaard werden, geen belangrijkheid hadden.”