Album der Natuur/1856/Photographieën van de zon
Photographieën van de zon (1856) door Wilhelmus Martinus Logeman |
'Photographieën van de zon,' werd gepubliceerd in Album der Natuur (vijfde jaargang (1856), pp. 135. Dit werk is in het publieke domein. |
PHOTOGRAPHIEN VAN DE ZON.
In den aanstaanden zomer mogen wij uit Engeland teekeningen van de oppervlakte der zon verwachten, door de scheikundige werking van het zonnebeeld zelf op eene zilverplaat of op papier ontstaan, en groot genoeg om daarop de bijzonderheden duidelijk te kunnen waarnemen. Eene kleine schets van de inrigting, die daartoe vervaardigd wordt, zal misschien de lezers van het Album niet onwelkom zijn.
Deze bestaat uit eenen kijker, waarvan de glazen zoo gekozen zijn, dat zij een vergroot beeld van de zonneschijf op een achter het voorste glas geplaatst scherm kunnen doen ontstaan. Het voorwerpglas van dien kijker heeft ruim 9 Ned. duimen middellijn en eene brandpuntslengte van 1,35 el. Het beeld van de zon, door dit glas alleen gevormd, zou eene middellijn van ongeveer 12 strepen bezitten en dus veel te klein zijn. Daarom zal het door de twee glazen van de daar achter geplaatste, hier zeker zeer oneigenlijk zoogenaamde, oogbuis, vergroot worden tot eene middellijn van ruim 32 duim. Het geheel wordt op eenen standaard met uurwerk geplaatst, om de as van den kijker steeds op het middenpunt der zon gerigt te kunnen houden. Om de uitwerkselen der sphaerische aberratie geheel op te heffen, stelt men zich voor het beeld niet op vlakke, maar op holle voor het licht gevoelige vlakten op te vangen. De grootste diepte van zulk eene holle plaat zal slechts iets meer dan 5 strepen behoeven te bedragen en dus in de uitvoering geene moeijelijkheid opleveren.