Naar inhoud springen

Annales/Boek XIV

Uit Wikisource
< Annales
Dit is een overzicht van de (vertaalde) paragrafen van boek XIV

1 - 2 - 3 - 5 - 35

Tijdens het consulaat van G. Vipstanus en G. Fonteius stelde Nero de lang bedachte misdaad niet langer uit omdat zijn stoutmoedigheid toegenomen was door de lange duur van zijn heerschappij en omdat hij met de dag meer verliefd werd op Poppaea; zij hoopte helemaal niet op een huwelijk voor zichzelf en op een scheiding voor Octavia zolang Agrippina in leven was en daarom beschuldigde ze de keizer met talrijke verwijten en noemde hem, soms zelfs spottend, een onvolwassene, die niet alleen niet beschikte over gezag, maar zelfs niet over zijn vrijheid omdat hij afhankelijk was van andermans bevelen.

Ze vroeg hem waarom hun huwelijk werd uitgesteld. En natuurlijk beviel haar zijn uiterlijk niet en haar voorvaderen die toch een triomftocht hadden genoten of haar vruchtbaarheid of haar oprechtheid.

Men vreesde dat zij als zijn echtgenote tenminste het onrecht tegenover de senatoren zou bekendmaken, de woede van het volk over de hoogmoed en gierigheid van zijn moeder.

Trouwens indien Agrippina geen schoondochter kon verdragen tenzij vijandig voor haar zoon, dan moest ze maar teruggegeven worden aan Otto, haar echtgenoot, dat ze waarheen ook ter wereld zou gaan, waar ze weliswaar eerder beledigingen tegenover de keizer zou horen dan in zijn gevaren gemengd te geraken als ooggetuige.

Niemand verhinderde deze en dergelijke woorden die op iedereen een grote invloed hadden door haar tranen en verleidingskunsten omdat allen ernaar verlangden dat de macht van de moeder zou doorbroken worden, hoewel niemand geloofde dat de haatgevoelens de zoon zo ver zouden drijven tot de moord op haar.
1. Cluvius schrijft dat Agrippina in haar begeerte om haar macht te behouden zover gegaan is dat ze zich vaker opgemaakt en bereid tot incest aan de dronkaard aanbood, midden op de dag, omdat Nero dan door wijn en eten wellustig begon te worden; en dat, toen de mensen in hun omgeving de wellustige kussen en de liefkozingen, voorbode van de schanddaad, al opmerkten, Seneca tegen de vrouwelijke verlokkingen een andere vrouw als oplossing heeft gezocht, en hem de vrijgelatene Acte gestuurd heeft die, tegelijkertijd bezorgd om haar eigen gevaar en bezorgd voor de schande voor Nero, hem moest mededelen dat de incest algemeen bekend was nadat zijn moeder er zich op had beroemd en dat het leger geen gezag zou verdragen van een goddeloze keizer.

2. Fabius Rusticus vermeldt dat het verlangen hiernaar niet bij Agrippina maar bij Nero lag en dat het door de list van dezelfde vrijgelatene verijdeld is.

3. Maar de overige historici hebben hetzelfde overgeleverd als Cluvius en de algemene opinie neigt hier ook naar, hetzij Agrippina inderdaad het idee voor een zo afschuwelijke wandaad heeft uitgevonden,hetzij het overwegen van zo'n ongehoorde lust bij haar geloofwaardiger scheen omdat ze in haar jeugdige jaren aan ontucht had schuldig gemaakt met Marcus Lepidus in de hoop op macht, en zich met gelijke begeerte had verlaagd tot de lusten van Pallas en zich geoefend had in elke ontucht in het huwelijk met haar oom.
1. Dus begon Nero geheime afspraken met haar te vermijden en hij loofde haar wanneer ze wegging naar het park of naar Tusculaans of het Antiaans buitenverblijf omdat zij volgens hem behoefte had aan rust.

Tenslotte besloot hij haar te vermoorden omdat hij meende dat ze onuitstaanbaar was, waar ze zich ook bevond, alleen op dat punt nog twijfelde hij of hij haar zou ombrengen met vergif, met het zwaard of met een ander gewelddadig middel.

2. Eerst verkoos hij vergif maar indien dit zou toegediend worden tijdens de maaltijd van de keizer, kon het niet aan het toeval worden toegeschreven omdat Britannicus al op die manier was vermoord en het scheen gewaagd haar dienaars erbij te betrekken omwille van de ervaring van de vrouw met misdaden omdat ze op haar hoede was voor hinderlagen en daarbij had ze haar lichaam gehard door op voorhand zelf tegen tegengif in te nemen.

Niemand kon bedenken hoe een moord met het zwaard verborgen kon blijven, ze vreesden dat iemand uitgekozen voor zo’n grote misdaad de bevelen naast zich neer zou leggen.


3. De vrijgelatene Anicetus bood zijn vindingrijkheid aan; hij was de vlootcommandant bij de Misenumhaven en hij was de opvoeder van Nero in zijn kinderjaren geweest en hij haatte Agrippina evenwel als zij hem haatte.

Hij legde dus uit dat er een schip kon worden gebouwd waarvan een deel door een techniek in zee zelf losgemaakt kon worden, zodat de onwetende in het water zou terechtkomen, hij legde uit “niets is zo onderhevig aan wisselvalligheden als de zee en als ze onderschept zou worden na een schipbreuk wie zal er dan onrechtvaardig zijn dat hij aan een misdaad zal toeschrijven wat de wind en de golven hebben misdreven?"

De keizer moest voor de gestorvene tempels oprichten en altaren en andere dingen om zijn genegenheid voor haar te bewijzen.

1. De nacht was verlicht door sterren en de zee stil door kalmte, alsof de goden, om de misdaad te bewijzen, het zo hadden gegeven. En het schip was niet ver gekomen, terwijl twee uit het aantal vertrouwelingen van Agrippina haar vergezelden, waaronder Creperius Gallus (die helemaal niet ver van het roer afstond) en Acerronia (die, gelegen over de voeten van de rustende, vol blijdschap het berouw van de zoon en het terugkrijgen van de gratie door de moeder in herinnering bracht), toen, op een gegeven signaal, het dak (verzwaard met veel lood) de kajuit in stortte. Creperius is platgedrukt en meteen overleden: Agrippina en Acerronia zijn beschermd door de uitstekende wanden van het bed, die toevallig te sterk waren om onder de last te bezwijken.

2. Het uiteenvallen van het schip is hier niet op gevolgd, omdat alles in de war was en omdat veel onwetenden de betrokkenen voor de voeten liepen. Het scheen vervolgens de roeiers een goed idee om naar een kant over te hellen en zo het schip tot zinken te brengen: maar omdat ze enerzijds niet zelf een plan klaar hadden bij de plotselinge situatie, en anderzijds de anderen tegengewicht boden, gaven zij gelegenheid voor een zachte val in zee.

3. Vervolgens is Acerronia gedood met roeiriemen en vaarbomen en wat er toevallig aan scheepstuig voorhanden was, toen zij, zonder na te denken, riep dat zij Agrippina was en dat de moeder van de keizer gered moest worden. Agrippina zwom stilletjes en daardoor minder herkend (hoewel zij toch een wond aan haar schouder ontving), en is vervolgens door een toesnellend vissersbootje naar haar villa, gelegen aan het Lucrinusmeer, gebracht.

1. Boudicca [die haar] dochters voor zich uitstuurde in de strijdwagen, elke keer als ze een stam had benaderd, bewees zeker de gewoonte van de Britten om onder gezag van een vrouw oorlog te voeren, ...