Algemeen Handelsblad/Jaargang 101/Nummer 32840/Avondblad/Huldiging Jan Wils

Uit Wikisource
(Doorverwezen vanaf Anoniem/Huldiging Jan Wils/3)
Huldiging Jan Wils
Auteur(s) Anoniem
Datum Maandag 30 juli 1928
Titel Huldiging Jan Wils
Krant Algemeen Handelsblad
Jg, nr 101, 32840
Editie, pg Avondblad, Vijfde blad, 17
Opmerkingen Hendrik Petrus Berlage vermeld als H.P. Berlage, Willem Dudok als W.M. Dudok, Willem Kromhout als W. Kromhout, Richard Roland Holst als Roland Holst, Henk Wegerif als A.H. Wegerif, Cornelis Baard als Baard, Pieter Scharroo als Scharroo, Jacob Jongert als Jac. Jongert, Martinus Nijhoff als M. Nijhoff
Brontaal Nederlands
Bron kranten.kb.nl
Auteursrecht Publiek domein

HULDIGING JAN WILS.


Een intieme plechtigheid in het Stedelijk Museum.


      Den bouwmeester van het Olympisch Stadion, den heer Jan Wils, is hedenochtend hulde gebracht voor de wijze, waarop hij zijn monumentale bouwwerk ontworpen heeft. Nederlandsche kunstenaars wilden hun waardeering voor het werk van den architect uitspreken, en in het Stedelijk Museum, in het zaaltje, waar het ontwerp van den heer Wils is tentoongesteld, is hem deze huldiging gebracht. Daar waren enkele leden van het comité, dat zich hiervoor gevormd had en dat bestond uit de heeren dr. H. P. Berlage, W. M. Dudok, dr. Jan Kalf, W. Kromhout, prof. Roland Holst en A. H. Wegerif Gzn.; er waren leden van het N. O. C., de heer Baard, directeur van het Stedelijk Museum, en verder nog een aantal vrienden van den heer Wils.



JAN WILS.


      De heer Kromhout, het woord nemende voor dr. Berlage, die in Weenen verblijft, vermelde het ontstaan van de op touw gezette huldebetooging, die van alle zijden medewerking had ondervonden. Aan tal van vereenigingen werden uitnoodigingen gezonden – slechts enkele meenden, niet te moeten mededoen; zoo noemde spr. met eenig leedwezen „Architectura et Amicitia” en „Opbouw”. Tusschen hen, die wel en niet aan deze huldiging deelnamen, zag hij het verschil, dat bestaat tusschen menschen, die hun hart en zij, die slechts hun verstand laten spreken of het verschil, dat tusschen Ionische werkelijkheid en gratie en Dorische stoerheid bestaat.
      De tentoongestelde foto’s beschouwende, zeide spr., dat in deze ontwerpen iets des kunstenaars zit, het gebouw is meer dan alleen een goed gebouw. Als blijk hiervan noemde hij den grappigen bijnaam, die aan den Marathontoren gegeven wordt, nl. „de leftoren”, hetgeen men als een eerenaam zou kunnen beschoouwen.
      Tenslotte zeide spr.: laten wij erkennen, dat Wils tot onze mede-kunstenaars behoort en van dat oogenblik af verklaar ik hem een „soldat de Dieu” in artistieken zin.
      De heer Scharroo, vice-voorzitter van het N. O. C., sprak namens dit comité een woord van dank voor den arbeid door Wils verricht. Hij prees de ligging van het Stadion in zijn omgeving; hij sprak van den lof, dien zoowel Nederlandsche als buitenlandsche gebruikers voor het gebouw hebben, en die een Stadion, dat 40.000 menschen in 7½ minuut kunnen verlaten, bewonderen. Ook in sporttechnisch opzicht slechts lof. De heer Scharroo roemde de goede samenwerking tusschen bouwcommissie en architect. Hartelijk dank.
      Hierna bood de heer Kromhout namens het huldigingscomité een krans aan. Mevrouw Wils ontving bloemen.
      Namens de huldigende vereenigingen, de B. N. A., de Groep Amsterdam, den Haagschen Kunstkring, den Kring Den Haag van den B. N. A., den Nederlandschen Kring van Beeldhouwers, de Nederlandsche Vereeniging van Ambachts- en Nijverheidskunst, de Maatschappij Arti et Amicitiae, het Schilderkundig Genootschap Pulchri Studio, de Vereeniging Bouwkunst en Vriendschap Dood hij tevens een door den heer Jac. Jongert geteekende oorkonde aan, waarin de dichter M. Nijhoff den dank der Nederlandsche kunstenaars vertolkte:


      Een oorlog had deez’ aard’, zoo groot zij is, gemeten;
      Vrede werd aangevat als wereldwerk en plicht,
      Arbeid die, uit zijn ernst, vijf jaarlijks, zich opricht
      tot een uitdagend feest van ijverende athleten.


      Hij, die in Holland bouwt, werkt meer dan hij verricht:
      De steen wordt, eer hij er staat, van binnen zoo doorbeten,
      Dat ingetogenheid reeds zegenpraal mag heeten
      En weerstand schepper wordt van ruimte en evenwicht.


      Een feest, wijd, wereld-wijd, kon dat ooit samenkomen
      In die bezielde rust? Ons hart is onze bron,
      Maar zou ’t voor meer dan ons toereikend kunnen stroomen?


      Jan Wils, uw antwoord was, dat gij het werk begon.
      Iets van ons diepst geloof hebt gij eerlijk ondernomen.
      Kunstenaars danken U voor Hollands Stadion.


      Na deze huldiging was er voor de aanwezigen gelegenheid, den heer Wils persoonlijk geluk te wenschen.

Overige vindplaatsen[bewerken]