Architectura/Jaargang 5/Nummer 12/Technische Vakvereeniging, Afdeeling Rotterdam

Uit Wikisource
‘Technische Vakvereeniging. Afdeeling Rotterdam’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit Architectura, jrg. 5, nr. 12 (zaterdag 20 maart 1897), p. 72. Publiek domein.

[ 72 ]

TECH­NI­SCHE VAK­VER­EE­NI­GING. af­dee­ling rot­ter­dam.

 Op de ledenvergadering, gehouden 8 maart, werden de aanwezigen in het bezit gesteld van een exemplaar van het op de vorige ledenvergadering vastgestelde, en nu door het Hoofdbestuur goedgekeurd huishoudelijk reglement der afdeeling.
 Medegedeeld wordt de kennisgeving van het hoofdbestuur, dat deze een schikking had getroffen met het bestuur van pulchrio studio, waardoor aan de leden van de T. V. het voorrecht is verleend om tegen gereduceerde entreeprijs, en op vertoon van hun diploma (of voorloopig hun statuten) toegang te hebben tot de tentoonstellingen van dit genootschap te houden in het gebouw op de prinsengracht te den haag.
 Aangenomen werd het besluit om de gehouden lezingen zooveel mogelijk in hun geheel op te nemen in het jaarlijksch verslag der afdeeling.
 De heer f ... gaf eene beschrijving van het onderzoek naar de oorzaken van het springen van den stoomketel aan boord van een schroefstoomboot varende op de binnenwateren, en toegelicht met een teekening.
 Deze ketel was 12 jaar oud. De vorm was liggend, cilindrisch met één inwendigen voorgang en vlamkast en 86 vlampijpen. De achterwand was vlak en met de buitenromp verbonden door een hoekijzeren ring. De achterwanden van ketel en vlamkast waren verbonden door 14 geklonken steunbouten, zg. bosbouten, dik 30 mM. en geplaatst op afstanden van 350 mM. De diam. van den ketel was 1,93 M., de plaatdikte 10 mM. en de stoomdruk 3½ atmosph. Alle bij de wet gevraagde veiligheidstoestellen waren aanwezig, en kort geleden nagezien. Het ongeluk had plaats eenigen tijd nadat de boot met volle stoom op aankomende, moest blijven stil liggen voor een gesloten spoorwegbrug. De boot zonk onmiddellijk na de ontploffing. Later bleek dat de ketel met al zijn toestellen uit het schip was geslingerd en het schip en de machine zwaar beschadigd waren. Van den achterwand der ketels was de grootste helft uitgeslagen, het hoekijzer was over de lengte afgescheurd; in den wand liep de scheur 300 mM. over den naad der verbinding van onder- en bovenhelft en verder onregelmatig over twee der bovenste steunbouten. De steunbouten waren blijven zitten in den vlamkastwand, met uitzondering van een der beide onderste, die uitgescheurd waren. Deze twee bouten waren kort geleden wegens herhaalde lekkage voorzien met een lapje. Ook waren 15 vlampijpen gestopt om dezelfde reden.
 Nadat spreker met eenige berekeningen de sterkteverhoudingen der constructie van den ketel had toegelicht, kwam hij tot de conclusie, dal hoewel de constructie niet zoodanig was als hij bij voorkeur zou gevolgd zien, zoo was deze toch voldoende en gaf minstens een 4½ voudige zekerheid aan, zoolang ten minste geen slijtage intrad, tengevolge van vertering enz.
 Rond het gat, waardoor de onderste steunbout was heengetrokken, was het ijzer dunner en ingeteerd, dus waarschijnlijk was deze bout al lang los geweest, blijkens de herhaald voorkomende lekkage, zoodat de wand daar feitelijk maar door één bout gesteund wordt; zeer wel mogelijk was ook het hoekijzer in den nek gekraakt geweest hij de bewerking wat pas later voor den dag komt; zoodat bij het oploopen van de stoomspanning, welke bij een geval, waar men met felle vuren plotseling stopt, soms ver boven de belasting der kleppen kan rijzen, de onderste bout is losgegaan en daarna de anderen te veel te dragen kregen en dus moesten volgen.
 In plaats van grondig te onderzoeken wat de oorzaak was der zich voordoende herhaalde lekken en nieuwe bouten in te zetten, heeft men eenvoudig de lekke plaatsen dicht gekookt, zoodat weder zorgeloosheid en onoordeelkundige herstelling de oorzaak werden van een ramp die een menschenleven kostte.
 Spreker stelde verder ter beschikking van belangstellenden een zeer uitgebreide omschrijving der beschouwingen, waarvan hij slechts een verkort resume had gegeven.
 Daarna had plaats de aftreding van het bestuur en bloc en werd een neiuw bestuur gekozen volgens de bepalingen van het nu in werking getreden Huish. Regl. Het gevolg was dat alle leden van het oude bestuur weder werden gekozen die allen hun benoeming aannamen.
 In de vraagbus werd gevonden een opwekking om deze niet te vergeten, gesteld op rijm, zoodat het blijkt dat de T. V. ook beoefenaars der dichtkunst onder huur leden telt.