afdeeling „utrecht,” vergadering van vrijdag 12 maart 1897.
Nadat de voorzitter de vergadering had geopend, de notulen waren gelezen en goedgekeurd, deed het bestuur eenige mededeelingen van huishoudelijken aard.
Aan de orde van behandeling was de stemming over de al of niet toelating van den heer b. radstake jr., bouwkundige te wageningen, als lid der vereeniging.
Bij monde van den heer e. a jansen, bracht de commissie van onderzoek daarvoor benoemd in de vergadering van 19 februari ll., aangaande den candidaat een gunstig rapport uit, waarna met algemeene stemmen de heer radstake als lid werd aangenomen. De voorzitter zegt de commissie en wel in ’t bijzonder den heer jansen, dank voor de ingewonnen informatie.
Daarna werden door den heer r. tekelenburg, die zich daartoe vrijwillig had bereid verklaard, belangrijke mededeelingen gedaan over pneumatische fundeeringen, waarbij spreker een prachtige collectie desbetreffende plaatwerkers nader verklaarde, en de successievelijke verbeteringen van den duikerklok in den breede uiteenzette.
De voorzitter dankte den geachten spreker voor de even leerzame als interessante mededeelingen in deze vergadering, waarmee de aanwezigen door een applaus hunne instemming betuigden.
De voorzitter spoorde een ieder aan dit voorbeeld na te volgen, om zoodoende nuttig en aangenaam samenzijn te bevorderen.