Architectura/Jaargang 5/Nummer 33/Boeken

Uit Wikisource
‘Boeken’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit Architectura, jrg. 5, nr. 33 (zaterdag 14 augustus 1897), p. 153. Publiek domein.

[ 153 ]BOEKEN.

De derde driemaandelijksche aflevering van het „Journal of the royal institute of British architects” bevat o. m. een artikel over:

1o. Heraldiek der Renaissance in engeland, door j. a. gotch, t. s. a.

2o. over 13e eeuwsche Koptische kerken in egypte, door william simpson.

3o. Eene lezing van heatcote stathom over een plan voor nieuwe Gouvernementsgebouwen te londen.

4o. over het bouwen van Hospitalen door w. henman met vele plannen.

5o. Het Parthenon en de aardbeving van 1894 door f. c. penrose met fotographische afbeeldingen en schetsen van herstellingen.

6o. professor j. l. ussing over vitruvius door prof. aitchison.
De geleerde Deensche professor ussing beweert dat vitruvius niet vóór het laatste gedeelte der 3e eeuw kan geleefd hebben en dat hij geen architect was. Hieruit volgt, dat het boek vóór hem is samengesteld en opgedragen aan keizer augustus. Hij steunt deze beweringen op zijne kennis der taal, op sommige historische feiten en op technische blunders in het boek zelf.
Over het laatste punt, namelijk dat vitruvius geen architect was hetgeen blijken zou uit de technische fouten in het boek, zegt prof. aitchison dat dit door architecten moet worden beoordeeld, hij betreurt het echter dat hij geen Deensch kennende zich niet in een studie hiervan kon begeven.
De door vitruvius begane fouten o. a. in de verhoudingen der Tempels die niet overeenkomen met die der grieken schrijft aitchison toe aan het feit dat vitruvius de maten en verhoudingen gaf van de Tempels die in zijn tijd gebouwd werden.
De Rijksbouwmeester peters van wien in het Bouwkundig tijdschrift van 1896 eene uitvoerige studie over vitruvius voorkomt zegt op pag. 13, dat de inrichting der Grieksche theaters niet met de beschrijving van vitruvius overeenkomt en hij dus waarschijnlijk zijne gegevens aan Grieksche schrijvers en niet aan de werkelijkheid heeft ontleend.
Prof. aitchison spreekt ten slotte den wensch uit, dat de waarheid omtrent den vader der Architectuur aan het licht kome. Wij achten het echter van meer belang om te weten, niet of vitruvius er geweest is, maar of het boek onder zijn naam geschreven waarheid bevat. Vergelijken we de inhoudsopgave der in zijn werk behandelde onderwerpen met de Indische boeken over dit onderwerp, de zoogenaamde „shastra’s” of — voorschriften — dan is de overeenkomst treffend. Waarschijnlijk zullen we later gelegenheid vinden om op dit onderwerp terug te komen.

7o. de lotoskolom, door w. m. flinders petrie.
Eene beoordeeling van het boek „Histoire de l’ordre lotiforme; étude d’archéologie égyptienne,” door george foucart.
Het werk is verdeeld in 1o de oorsprong der lotoskolom, 2o de geschiedenis der opeenvolgende vormen van af de 5e dynastie tot den Romeinschen tijd.

Wij ontvingen ’t Vijfde verslag van het museum van voorwerpen ter voorkoming van ongelukken en ziekten in fabrieken en werkplaatsen in 1896, van de vereeniging ter bevordering van fabrieks- en handwerksnijverheid in nederland, afd. amsterdam.
Hierin wordt met genoegen gewezen op het toenemen der belangstelling voor de tentoonstelling, waaraan gepaard gaat een meerdere toepassing der veiligheids-inrichtingen in fabrieken en werkplaatsen.
De Rijkssubsidie van f 5000 werd wederom toegestaan en de gemeente amsterdam stond kosteloos de museumlokalen af. Het aantal tentoongestelde voorwerpen is toegenomen. Het museum is geopend maandag, dinsdag, woensdag en donderdag van 10—4 ure, den 1en en 3en zondag van elke maand is het van 1—4 ure kosteloos te bezichtigen.