Architectura/Jaargang 5/Nummer 33/De fabriek van Sèvres

Uit Wikisource
‘De fabriek van Sèvres’ door L.F. Edema v.d. Tuuk
Afkomstig uit Architectura, jrg. 5, nr. 33 (zaterdag 14 augustus 1897), p. 151-152. Publiek domein.

[ 151 ]

DE FABRIEK
VAN SÈVRES.
vrij naar het fransch, door l. f. edema v. d. tuuk.

Onder de Fransche staats-industrieën, (in ons land onbekende instellingen), nam die van sèvres langen tijd de eerste plaats in. Of haar nu die plaats nog altijd toekomt is niet onbetwistbaar, zeker is het dat van haren naam nog weinig is verloren gegaan; iedere vreemdeling die parijs bezoekt, stelt het zich tot plicht, de fabriek te gaan zien. En ofschoon er over het recht van bestaan dezer fabriek veel is geredetwist, is eene bezichtiging van die hoogeschool der pottebakkerskunst nog altijd belangwekkend. Kortom „de Manufacture de Sèvres” blijft nog altijd een model-inrichting, die ons, zoowel door zijn verleden als door de hoop dat nog eenmaal een tijd van grooten bloei aanbreke, met belangstelling vervult. Hier is het niet de plaats om geheel dat roemrijke verleden na te gaan noch om te vertellen welke reeksen lange en geduld eischende proefnemingen, welk een doorzetten van mislukte pogingen, van trachten duizend malen herhaald, dat heirleger van artisten en wijsgeeren, van naam beroemd, van werkers met vaardige hand, aanwendde, om tot de vervaardiging te geraken van die vazen, pullen en serviezen. En al mag menigeen met een neo-19e eeuwsche verachting neerzien op die scheppingen der 18e eeuw en Empire, gaarne rangschik ik mij onder de vereerders; mecaene die deze bewondering deelen betwisten zich dat porcelein met goud.
Veroorloof mij heel in ’t kort het ontstaan en de geschiedenis der wording na te gaan.
De opkomst is heel bescheiden. Omstreeks 1740 bestond er te chantilly een porceleinfabriek; naar hare producten was nog al vraag. Twee werklieden die er in dienst waren, de gebroeders dubois, een beeldhouwer en een draaier, werden op een goeden dag om weinig eervolle redenen, vermeent men, ontslagen en begonnen daarna voor zichzelven. Zij richtten eene fabriek op in een Donjon van het kasteel van Vincennes, profiteerende van de fabrieksgeheimen die zij aan hun vroegeren patroon hadden ontfutseld. Een derde werkman gérin voegde zich weldra bij hen. De associés, [ 152 ]zonder nochtans schitterende zaken te maken, slaagden er in porcelein voort te brengen dat de aandacht van liefhebbers trok. orry de fulvy wiens broeder Intendant der Koninklijke Paleizen was stelde belang in de onderneming en gaf hun om zich meer voegzaam in te richten de manege van het kasteel. De Vennootschap ontving tegelijkertijd belangrijke subsidie’s van den Koning. Hun beschermheer hoopte dat zij zich, dank zij hunne bij dag en bij nacht voortgezette proefnemingen, in het vak tot een ongekende hoogte zouden opwerken maar het fabrikaat werd niet beter het zoeken verslond sommen en geheel ontmoedigd door het fiasco hunner pogingen en verontrust door het stijgen hunner schuldenlast namen de gebroeders dubois de vlucht, al hun materiaal achterlatende. Een hunner intieme vrienden, gravant genaamd, welke hen dikwijls met raad en daad had bijgestaan, vond hunne aanteekeningen betreffende de fabrikatie. Hij zette de onderneming voort en was zoo gelukkig nieuwe procedé’s voor de toepassing van kleuren te vinden en zoo goed dat de koning hem een octrooi gaf, dat gedurende dertig jaren de fabrikatie van Porcelein op Saxische wijze in het kasteel van vincennes verzekerde.
Al de gebouwen van de Surintendance te bel air (bij sèvres) werden voor de fabriek, die nu een nieuw tijdperk intreedt, ingericht. Mannen van erkende bekwaamheid werden aan het hoofd der voornaamste afdeelingen geplaatst.
De chemist hellot bestuurde de scheikundige afdeeling, duplessis, de overbekende zilversmid des konings, waakte over de werkplaats der gieters, draaiers en repareurs. Reeds de artisten uit deze periode zijn bekend om hunne bekwaamheid op decoratief gebied. Hunne uitvoering van bloemen is voorbeeldig. Geheel de aristocratie vond smaak in deze bloemen. In een jaar verkochten zij voor 36000 livres.
Nu treedt de schilder bachelier op en geholpen door duplessis, doen zij den roem nog stijgen. De chemische samenstelling en de wijze van fabrikatie van het „porcelaine tendre” ontdekte men. De mode bemoeide er zich mee en iedereen haakte naar het bezit van dit porcelein. De dood van orry de fulvy en zijn broeder, den controleur-generaal, die zoowat het peetvaderschap der fabriek bezaten, bracht een geheele ommekeering teweeg.
Bij een decreet van 19 augustus 1753 stond lodewijk xv aan eloi brichard toe geschilderd of onbeschilderd porcelein te fabriceeren en tevens den naam van Koninklijke Porceleinfabriek te voeren. Het volgende jaar werd de fabriek naar sèvres verplaatst en wel in het kasteel lully. Het succes is van dien tijd af steeds rijzende. Mevrouw de pompadour geeft het voorbeeld. Handelaren maken er schitterende zaken mede. Men stuurt stukken als cadeaux naar bevriende hoven. Nu komt het tijdperk dat boucher de artistique leiding op zich neemt. Onder lodewijk xvi verleenen boizot, clodion en fragonard hun hulp aan de fabriek en vooral ook de wetenschap treedt in het spel met brongniart.
In onze dagen is aan de fabriek een school toegevoegd in twee afdeelingen gesplitst, een voor het decoratieve en een voor het technische gedeelte; haar doel is werklieden en kunstenaars voor de private industrie te vormen.
Tegenwoordig beslaat de fabriek een ruim terrein aan den voet van den boschrijken heuvel van st. cloud gelegen. Wanneer men de deur van het hoofdgebouw, dat naar de seine front maakt, is binnengegaan, komt men in den voorhof en na hier het museum, de bureaux en het verkooplokaal te zijn gepasseerd, bevindt men zich op een binnenplaats, waarop ateliers uitkomen. De eerste werkplaats gelijkvloers is die, waar het porceleinpâte, de zoogenaamde kaolin wordt geprepareerd. Deze allereerste bewerking eischt groote oplettendheid daar het gelukken der anderen er van afhangt. Ten eerste wordt te sèvres slechts kaolin van de eerste qualiteit gebruikt maar ook ondergaat zij nog een langdurige bewerking. Aangelengd met water verpulvert men ze in blokmolens teneinde later door uitwasschen en uitzeven de zanddeelen te verwijderen. Van de aldus verkregen materie worden nu door verdamping nog alle waterdeelen verwijderd zoodat dus de poedervorm verkregen wordt. Vermengd met 30 percent van het eerst afgescheiden zand nu eveneens tot poeder gestampt, stort men het in kuipen waaruit het na opnieuw gekneed, geperst en verpulverd te zijn als pâte te voorschijn treedt.
In dezen staat bewaart men het soms gedurende maanden in vochtig gehouden kisten totdat het uur van verbruik daar is.
Beschouwen wij nu de verschillende wijzen waarop dit pâte wordt aangewend. Zij verschillen naarmate de te maken stukken groot of klein, eenvoudig of gecompliceerd van vormen zijn. Er zijn drie manieren, het draaien, het gieten en het mouleeren.
In het groote lokaal op de eerste verdieping gelegen zijn een twintigtal loges aanwezig die ieder eene gewone pottebakkerschijf bevatten. De meeste dezer schijven worden machinaal in beweging gebracht; enkele nog draait men met den voet. Een werkman neemt een stuk pâte dat echter van te voren door een ander werkman, zoolang is gebeukt tot het de grootst mogelijke kneedbaarheid heeft verkregen en zet op de schijf de hoofdvorm aan. Het aldoor draaiende voorwerp verkrijgt nu, gefatsoeneerd door des draaiers bekwame handen, meer en meer den verlangden vorm. Is het gereed, zoo zet hij het op een plank te drogen.
Op een naburige schijf heeft nu de tweede operatie van het draaien plaats. De gedroogde voorwerpen (zij zijn het niet dan na verloop van eenige dagen) worden door middel van een snijdend werktuig steeds fijner afgedraaid, zoodat ook de kleinste profielen en details te voorschijn komen.
Met enkele voorwerpen en voornamelijk schotels en borden handelt de werkman eenigszins anders. Op de schijf is nu een vorm geplaatst, welke men met pâte voldrukt, deze vorm stelt den voorkant van het bord daar. De achterkant vormt men door boven den vorm een ijzeren profiel te houden, men laat de schijf met vorm draaien en het profiel schrapt de overtollige pâte weg; deze schijnbaar eenvoudige operatie vereischt niettemin veel handigheid.
Een andere manier van vormen, het gieten, wordt aangewend voor courante stukken en die voorwerpen, welke wegens hunne afmeting voor draaien uit de hand ongeschikt zijn. Hiervoor bedient men zich van een pâte, die zoodanig met water wordt verzadigd, dat het eene dikke vloeistof wordt.
De werklieden te sèvres hebben, ofschoon men allicht het tegendeel onderstelt, geen groote salarissen. Zij werken per stuk en verdienen 2000 à 3000 frank ’s jaars. (Het leven is in frankrijk duurder dan hier). Zij die borden maken verdienen omstreeks 2000 frank. Het draaien van een bord wordt hun à 12 tot 20 centimes berekend. Het droog afdraaien 10 centimes. De werklieden, die vazen draaien, maken van 2 tot 3000 frank. Leerlingen, wier aantal zeer beperkt is, blijven drie jaar aan de fabriek, zonder iets te verdienen.
Het gieten der groote stukken gaat tegenwoordig machinaal, door middel van saamgeperste lucht in een atelier zeker eenig ter wereld.

wordt vervolgd.