Architectura/Jaargang 5/Nummer 37/Het IVe internationalecongres van architecten te Brussel

Uit Wikisource
‘Het IVe internationalecongres van architecten te Brussel. 28 Aug.-2 Sept. 1897. Bij gelegenheid van het 25-jarig bestaan der Société centrale d’architecture de Belgique’ door [J.L.M. Lauweriks]
Afkomstig uit Architectura, jrg. 5, nr. 37 (zaterdag 11 september 1897), p. 170. Publiek domein.

[ 170 ]

HET IVe IN­TER­NA­TIO­NA­LE­CON­GRES VAN AR­CHI­TEC­TEN TE BRUS­SEL bij ge­le­gen­heid van het 25-ja­rig be­staan der so­cié­té cen­tra­le d’ar­chi­tec­tu­re de bel­gique.
28 aug.—2 sept. 1897. vervolg van bladz. 166.

Dinsdag 31 aug. ’s morgens 9 uur in de beurs. Lezing van louis bonnier afgevaardigde der vereeniging van architecten gediplomeerd door de Eransche regeering. Onderwerp:
Het diploma voor architecten.
Spr. meent, dat het diploma niet verplichtend moet zijn, doch dat het in ’t algemeen goed is het uit te reiken. Hij verhaalt de geschiedenis van het diploma in frankrijk die in ’t kort hierop neerkomt: In de middeleeuwen en tijdens de Renaissance tot aan het begin dezer eeuw waren de architecten tevens de uitvoerders der werken. Gaandeweg begon men zich in het begin dezer eeuw voor het uitvoeren van het constructieve gedeelte van het werk te schamen. Het gevolg was, dat waar vroeger de eigenaar zijn werk geheel aan den architect overgaf hij nu staat tegenover den aannemer, wiens belangen juist tegenovergesteld zijn aan zijne eigene; bovendien heeft hij een technisch middelaar, een architect noodig, die het werk overziet. Deze toestand was in zich zelf niet slecht, wanneer de architect zorgde steeds op de hoogte te blijven der constructie. Er vormde zich echter eene groep parasieten, bestaande uit slechte aannemers en schijn-architecten die het publiek wijs maakten dat de groote architecten zich niet met de onderdeelen bezig hielden en er dus mindere krachten noodig waren om dit werk uit te voeren. Men begon toen middelen te beramen om de macht dezer nieuwe soort architecten te fnuiken, de Société centrale des architectes Français opende den strijd en van af 1840 tot 1867; toen het architecten-diploma tot stand kwam, werd er onvermoeid in deze richting gearbeid.
Om een juist beeld te krijgen van de bekwaamheid waarover een bezitter van het diploma beschikt is het voldoende een blik te slaan in het Programma der studies der afdeeling bouwkunst van l’Ecole des beaux arts dat in hoofdzaak in vier deelen verdeeld is nl.: Toelating, de tweede klasse, de eerste klasse, de wedstrijd voor het diploma. Minstens zijn zes jaren noodig om de opleiding te voltooien waarvan minstens een jaar moet zijn doorgebracht op een werk in uitvoering.
Op dit oogenblik telt de vereeniging der gediplomeerde architecten 355 leden en het bezit van het diploma wordt in frankrijk beschouwd als een waarborg. Spr. komt tot het besluit dat het instellen van een diploma in belgië goed en noodzakelijk is.
De heer j. de becker, architect, schepene van koekelberg, vatte zijne opvattingen samen in de volgende vier punten:

1o. Het is voor de eenheid en de eer van het vak, noodig om een architecten-diploma in te stellen.

2o. Dit diploma zij verplichtend behalve voor de reeds gevestigde architecten.

3o. Het diploma worde uitgereikt door opzettelijk daartoe gestichte inrichtingen enz.

4o. Eenige dezer inrichtingen worden gesticht door den staat (provincie of stad) enz.

Dc heer lucas meende dat men in sommige landen minder op verplichting gesteld was, o. a. in engeland waar bij gebrek aan diploma the Royal Institute jongelieden vormde die na eenige jaren een titel verwerven.

De heer aitchison voorzitter v. h. Instituut wil niet den weg afgesloten zien voor hen die het vrij uitvoerig programma dat men heeft voorgesteld niet kunnen volgen.

De heer hubert brunard, advocaat te brussel en raadsman der Société Centrale, vraagt of deze vereeniging zelve niet machtig genoeg is om eene jury te vormen en een diploma in te stellen.

De heer de luzor geeft inlichtingen over rusland waaruit blijkt dat naast de staatsarchitecten er anderen zijn die even deugdelijk bleken te zijn.

Geen der aanwezigen was tegen het instellen van een diploma. Voor het sluiten der discussie merkt de heer becker op dat er in belgië inrichtingen zijn die een architectendiploma afgeven maar dit diploma voldoet niet aan de eischen, zoodat hij besluit dat er een officieele school voor architectuur dient te worden gesticht. Hiermede vereenigt zich de heer cuypers.

De heer totten, afgevaardigde der Vereenigde Staten, schetst in groote trekken den toestand der architectuur.

Met algemeene stemmen werd aangenomen de wenschelijkheid om een diploma in te stellen doch het bezit ervan niet verplichtend te doen zijn.

’s Namiddags te half twee verzamelden zich een tweehonderd congresleden om zich met een specialen trein naar villers-la-ville te begeven ten einde de oude abdij daar te bezichtigen. De heer licot, provinciaal architect belast met de herstelling der gebouwen, ontving de congresleden om ze in de abdij rond te leiden waarbij alle mogelijke inlichtingen over de abdij en hare geschiedenis werden verstrekt.

slot volgt.