Arnhemsche Courant/Jaargang 58/Nummer 5326/Arnhem, 3 Mei/La Dame Blanche
‘La Dame Blanche […]’ door een anonieme schrijver |
Afkomstig uit de Arnhemsche Courant, donderdag 4 mei 1871, [p. 2]. Publiek domein. |
[ 2 ]La Dame Blanche van Boiëldieu is zeker een der meest populaire opera’s, waarvan de melodien zelfs tot volksdeuntjes zijn verwerkt. Zij heeft ook dit voor, dat een klein personeel haar kan opvoeren; drie of vier goede artisten zijn voldoende, en daar het tooneelgezelschap van den heer Vanswieten deze bezit, kon men vooraf zeker zijn, dat de op gisteren aangekondigde opvoering succès zou vinden. Dit is dan ook het geval geweest, en algemeen was de bijval van het publiek. De tenor, de heer Geuse, is niet sterk, maar hij heeft een fraai geluid, en wanneer hij en train is voldoet hij meer en meer. De dames Danis en Vronen waren uitmuntend gisteren avond, vooral eerstgenoemde, terwijl de heer Vanswieten eveneens bijzonder voldeed. De duo’s en trio’s waren zeer verdienstelijk, en het koor van dit opera-gezelschap zingt niet valsch, eene eigenschap die niet alle koren bezitten. Zij, die de rol van Marguérite vervulde, is eene goede actrice; hare stem is zuiver, maar — zoo het hare schuld al niet is, dat haar ligchaamsbouw zich zoo weinig prêteert voor het tooneel; de schuld van het publiek is het evenmin, zoo het dit niet aangenaam vindt. Het orkest komt slechts lof toe voor de wijze, waarop het instrumentale gedeelte werd uitgevoerd.
Van het voorstukje une mauvaise nuit est bientôt passée, kunnen wij slechts zeggen, dat het gelukkig niet in het hollandsch werd opgevoerd. Op de wijze van opvoering hebben wij geene enkele aanmerking; het werd zoo goed gespeeld als men maar wenschen kon, maar de positie der hoofdpersonen is van dien aard, dat wij ze volkomen ongeschikt achten voor het tooneel.
Met genoegen vernemen wij, dat aanstaanden dingsdag les Dragons de Villars zullen worden opgevoerd. Wij hopen alleen, dat de voorstelling niet zoo lang zal duren, want het wordt inderdaad te laat, ondanks de belofte, dat de voorstelling ten elf ure zal eindigen. Voor hen, die met rijtuig terugkeeren, is dit bezwaar nog grooter: zij moeten wachten tot de laatste voetganger uit het gezigt is, alvorens hun rijtuig voorkomt. In de nabijheid van het gebouw zijn rijtuig te laten wachten, wordt ook verboden. Niettemin zagen wij aan de westzijde van het gebouw vijf of zes eigen rijtuigen. Geldt het verbod voor deze niet? Dat de politie zoodanige maatregelen neemt als zij in het belang der orde noodig acht, is goed, al dragen die maatregelen zelven niet de goedkeuring van allen weg; maar zij moet ze dan ook handhaven en geen privilegies toekennen. Moet er file gemaakt worden en mag het eerste rijtuig slechts voorkomen als de voetgangers zijn vertrokken, dan hebben wij regt te eischen, dat alle rijtuigen aan die bepaling worden onderworpen. Ook voor de politie bestaat een reglement: onpartijdigheid.