Arnhemsche Courant/Jaargang 58/Nummer 5326/De burgeroorlog in Frankrijk

Uit Wikisource
‘De burgeroorlog in Frankrijk’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit de Arnhemsche Courant, donderdag 4 mei 1871, [p. 2]. Publiek domein.
[ 2 ]

De burgeroorlog in Frankrijk.

De stand van zaken vóór fort Issy is minder gunstig voor de troepen van Versailles, dan de berigten van gisteren deden vermoeden. Het blijkt thans, dat de geheele omtrek van het fort door de insurgenten was bezet, hetgeen waarschijnlijk oorzaak is geweest, dat de regeringstroepen de kans hebben laten voorbijgaan om het fort te bezetten na den aftogt van Mégy. Toen dit niet was geschied, hadden de opstandelingen gelegenheid, om nieuwe hulptroepen uit Parijs te ontvangen, die thans den verbitterden strijd voortzetten en vechten met den moed der wanhoop. Het is waar, dat maandag ochtend de witte vlag werd geheschen op het fort, doch het is even waar, dat men het niet eens is geworden over de voorwaarden, en dientengevolge de kanonade is hervat. In den loop van den dag werd het vuur heropend uit de batterijen van Bas-Meudon, van Breteuil, van la Sablière en Moulin de Pierre; de insurgenten antwoordden van de barricaden, die in grooten getale tusschen Issy en Parijs zijn opgeworpen. Ook het fort, waar eenige van de vernagelde stukken waren hersteld, gaf weder teekenen van leven; terwijl het station van Clamart als naar gewoonte één van de gevaarlijkste punten was voor de belegeraars.
De strijd was het hevigst aan de zijde van het park van Issy, waar eene belangrijke troepenmassa der insurgenten, men zegt 15,000, een aanval met de bajonnet deed op de positien des vijands, met het doel om hem tot Moulineaux terug te dringen. Naar het schijnt is het hun gelukt het kasteel Issy, dat zaturdag in handen der regeringstroepen was gevallen, terug te nemen; althans een telegram uit Versailles spreekt van eene tweede verovering van het kasteel, die gisteren heeft plaats gehad; de Versaillers hebben gisteren de positie op nieuw bemagtigd, na 300 insurgenten gevangen te hebben genomen.
Terwijl dit feit dus niet meer dan een betrekkelijk voordeel mag heeten, hebben de regeringstroepen meer wezenlijk succès gehad aan de zuid-oostzijde van het fort, waar het spoorwegstation van Clamart ligt. Twee bataljons linietroepen en eene kompagnie marine-soldaten bestormden dit belangrijk punt in den vroegen ochtend van gisteren, en maakten zich meester van het station. Eenige honderden opstandelingen lieten het leven bij dit gevecht, doch de verliezen der regeringstroepen worden niet opgegeven; ook deze zijn zeker belangrijk geweest. De stand van zaken, zooals die blijkt uit de laatste berigten, is deze: fort Issy is aan drie zijden omsingeld; van het N. O. tot het Z. O. strekken zich de belegeringswerken uit, en alleen de fortweg tusschen het kasteel van Issy en het station van Clamart is nog niet in handen der regeringstroepen. Bij den desolaten toestand van het fort, is de val onvermijdelijk, doch hiermede is betrekkelijk weinig gewonnen. Vooreerst toch loopt Mac-Mahon groot gevaar, dat de insurgenten het fort in de lucht laten springen, nadat het door hen is verlaten; in dit geval gaan de batterijen, die tot op 50 meters afstand genaderd zijn, mede in de lucht. Maar ten andere: gesteld, dat het fort zonder slag of stoot wordt bezet, dan is men hiermede nog niet te Parijs; tusschen het fort en de hoofdstad ligt het dorp Issy, waar elke straat is gebarricadeerd en ieder huis opgevuld met insurgenten. Hier zal de strijd worden hervat, even wanhopig en met even weinig succès misschien, als die welke nu reeds sinds 4 weken te Neuilly wordt gevoerd; en als de laaatste barricade is genomen, dan staat men vóór de enceinte, waar men de porte d’Issy en de porte de Versailles natuurlijk gesloten zal vinden. Bovendien zal gedurende deze beweging rekenschap moeten gehouden worden met de forten Vanvres en Montrouge, het eerste van welke den vijand in den rug bedreigt.
Aan de westzijde der stad schijnt de toestand weinig veranderd, wanneer de »algemeene aanval” heeft plaats gehad, gelijk de berigten van gisteren deden vermoeden, dan heeft hij tot nu toe weinig uitwerking gehad, tenzij het berigt waar is, gisteren als een gerucht door de Moniteur verspreid, dat Dombrowski en zijn geheele staf zijn gevangen genomen. Wij merken echter op, dat dit gerucht door niets wordt bevestigd, en dat wij integendeel heden uit Parijs vernemen, dat eene offensive beweging tegen Asnières, op jl. maandag, met groot verlies is teruggeslagen.
Hoe het zij, de indruk, die alle berigten, zoowel die der Commune als die der Regering, op ons maken is, dat Mac-Mahon nog lang niet in Parijs is. De hoofdstad wordt zoo hardnekkig mogelijk verdedigd, en de nieuwe werken, die thans worden uitgevoerd, geven blijken van tact en bedrevenheid bij hem die ze ontwierp. Rossel, de opvolger van Cluseret, heeft gezorgd, dat vooreerst de stads enceinte werd verdubbeld door eene evenwijdige reeks van barricaden, maar bovendien worden in de stad drie zelfstandige fortificatiën, drie citadellen zou men ze kunnen noemen, opgerigt, met name ter hoogte van het Trocadero, aan de westzijde der stad, op de buttes Montmartre, de heuvelen in het meest noordelijke kwartier, en op de place du Pantheon, die den toegang tot de stadshelft op den linkeroever der Seine beschermt. — Waren het Pruissen, tegen wie deze werken werden opgeworpen, dan hadden zij weinig te beteekenen: met het platschieten der stad en het uithongeren der bevolking was de gewenschte uitwerking te verkrijgen; doch tot deze middelen kan en mag een fransch bevelhebber zijn toevlugt niet nemen: elke barricade en elke citadel zal afzonderlijk belegerd moeten worden, terwijl de Mont-Valérien geene diensten meer kan bewijzen, wanneer de regeringstroepen zelven binnen de stad zijn.
Mégy en Cluseret bevinden zich beiden in hechtenis. In eene geheime zitting der Commune is voorgesteld hen te fusilleren.