Auteur:Dirck Volkertsz. Coornhert
Uiterlijk
Dirck Volkertsz. Coornhert | |
Geboren | Amsterdam, 1522 |
Overleden | Gouda, 29 oktober 1590 |
Nationaliteit | Nederlands |
Genre(s) | theologie, toneel |
Taal of talen | Nederlands |
Meer over Dirck Volkertsz. Coornhert op Wikipedia |
Dirck Volkertsz. Coornhert (1522 - 1590), veelzijdig religieus-humanistisch geleerde, theoloog, publicist, kunstenaar en musicus. Adviseur van Willem van Oranje.
Bibliografie
[bewerken]- Dattet afsterven vant quade licht valt (zj.)
- Het kruyt-hofken (zj.)
- Ofde siele, dan of de wille zondight, ondersoeck (zj.)
- Tsamensprake of de quade willich quaat zijn of onwilligh: tusschen Peter ende Jan (zj.)
- Tsamensprekinghe, waar in bewesen wort dat hy niet goet en wil worden die quaat blijft (zj.)
- Vande sendinghe (zj.)
- Vant oordelen, gesprake tusschen vermetel oordeel ende bescheyden ondersoeck (zj.)
- Vre-reden, of onderwijs tot eendracht, vrede ende liefde, in dese tyden hoogh-noodigh (zj.)
- Een corte beschrijvinghe van pijn ende droefheyt (1556)
- Verschooninge van de Roomsche afgoderye (1560)
- De dolinge van Ulysse (1561)
- Officia Ciceronis, leerende wat yeghelijck in allen staten behoort te doen, bescreuen int Latijn (1561)
- Eenen nieuwen ABC of materi-boeck (1564)
- Vijftigh lustighe historien oft nieuwigheden Joannis Boccatij (1564)
- Abrahams uytgangh (1575)
- Lied-boeck (ca. 1575)
- Comedie van lief en leedt (1582)
- Comedie vande blinde voor Jericho (1582)
- Comedie vande rijckeman (1582)
- Synodus van der conscientien vryheydt (1582)
- Tweeling: Vanden bruydt Christi (1582)
- Vande Egyptische vroeyvrouwen (1582)
- Boëthius: Van de vertróósting der wysheyd (1585)
- Recht ghebruyck en misbruyck van tijdlycke have (1585)
- Zedekunst dat is wellevenskunste (1585)
- Boeven-tucht (1587)
- Hert-spiegel godlijcker schrifturen (1589)
- Vande predestinatie, verkiesinghe en de verwerpinghe Godes (1589)
- Comedie van Israel (1590)
- Opperste ghoeds nasporinghe (1590)
- Proces van 't ketterdooden (1590)
- t'Roerspel vande kettersche werelt (1590)
- Der maeghdekens schole (1630)
- Hemel-werck, ofte quay-toe-verlaet (1630)
- Kleyn-munster, des groot-roemigen David Jorisens roemrijcke ende wonderbare schriften elckerlijck tot een proeve gestelt (1630)
- Tragica-comedia vanden thien maeghden (1630)
- Consistorie, handelende van 't niet hanteren des nachtmaels (1631)
- Dat des duyvels wet swaar is ende listigh (1631)
- Dat Godts gheboden licht zijn ende leerlijck (1631)
- Dat onverstandigh blijven des menschen eenighe zonde ende oorsake van alle doolinghen zy (1631)
- Disputatie over den catechismus van Heydelbergh, openbaerlijck voor den volcke gehouden op't Hof van 'sGraven-Haghe in Hollandt, anno 1583 (1631)
- Oorsaken ende middelen vander menschen saligheyt ende verdoemenisse (1631)
- Toetzsteen der ware leeraren (1631)
- Twee-spraeck, of waerheydt vry maeckt? (1631)
- Van de onwetenheyt der menschen, die daer is onschuldigh of schuldigh (1631)
- Van den onderscheyt tusschen die ware ende valsche leere (1631)
- Van des menschen natuerlijcke vleesch wondersproock (1631)
- Vereeninghe van sommighe strijdich-schijnende sproken der h. schrifturen (1631)
- Ladder Iacobs, de trappe der deughden (1632)
- Waarachtighe aflaat van zonden (1632)