Couperus/Kom mede in het duister, mijn kind!
IX
[bewerken]Kom mede in het duister, mijn kind!
Kom mede in het duister, want de avond is schoon!
Als verstomd zijn de vooglen; geen enkelen toon
Zingt er de zangrige wind.
Kom mede in het duister, mijn lief!
Kom mede in het duister, want niemand ons ziet;
Niet eene enkele bloem ons nieuwsgierig bespiedt,
Waar ze op heur stengel zich hief.
Kom mede in het duister, mijn hart!
Kom mede in het duister: ik smacht naar uw mond;
Naar den blik uwer oogen; naar 't hair, dat zoo blond
Zich rond uw wangen verwart.
Kom mede in het duister, mijn schat!
Kom mede in het duister: 't al lieft met ons meê;
Al de rozekens storten in heur beê,
Zwijmlend, van kussen reeds mat...
Zoo schoon is de nacht, en zoo stille is de wind...
Komdy mede in het duister, o mijn lief, o, mijn kind!