Da Costa/Aan een naamgenoot van Bilderdijk

Uit Wikisource

AAN EEN NAAMGENOOT VAN BILDERDIJK
TER GELEGENHEID VAN ZIJNE EERSTE AVONDMAALSGEMEENSCHAP.

Die overwint. Ik zal hem geveneen witten
keursteen, en op den keursteen een nieuwen
Naam, dien niemand kent, dan die hem ontfangt.


Openbaringen II : 17.

   Gy draagt een schoonen naam, o jonge Bilderdijk!
O! draag hem nederig! maar waardig, door het streven
om in beroep en kunst voor hooger doel te leven,
door meer, dan d' overvloed van goud of zilver rijk.
Gy draagt een schoonen naam! en toch! gy moest begeeren
   een nieuwen, — een', waar God Zijn hemel aan verbond!
Voer dezen, in de kracht eens u gekruisten Heeren,
   op 't voorhoofd, in uw hart en Hem gewijden mond!

      1839.