Naar inhoud springen

De Amsterdammer/Jaargang 21/Nummer 6429/Vereeniging voor Chr. Paedagogiek

Uit Wikisource
‘Vereeniging voor Chr. Paedagogiek’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit De Amsterdammer, donderdag 20 april 1933, [p. 2]. Publiek domein in de EU.
[ 2 ]

Vereeniging voor Chr. Paedagogiek.



De algemeene vergadering.

Onder leiding van Dr. S. O. Los, van Den Haag, aangezien de voorzitter, Prof. Dr. T. Hoekstra, buitenslands vertoeft, werd Dinsdagavond te Utrecht de jaarlijksche algemeene vergadering gehouden van de Vereeniging voor Chr. Paedagogiek. De voorzitter opende de vergadering op gebruikelijke wijze en sprak een kort woord van welkom, waarna tot afwerking van de agenda werd overgegaan. De secretaris en de penningmeester, de heeren Dr. S. O. Los te Den Haag en A. Lasterie van Den Dolder, brachten hun verslagen uit, die werden goedgekeurd.
Hierna zou als referent optreden Drs. phil. H. C. Funcke, van Arnhem om te spreken over: „De positieve zijde van de dieptepsychologie”. Aangezien de heer Funcke door ongesteldheid verhinderd was, trad in zijn plaats als referent op met hetzelfde onderwerp: Dr. S. O. Los, Geref. predikant te Den Haag Oost.

De kritiek op de psychoanalyse heeft zich tot dusver in hoofdzaak gericht op de theorie van Prof S. Freud en zijn volgelingen. Zijn methode van onderzoek is echter van meer belang, vooral voor de Paedagogiek. Wij onderzoeken eerst die methode bij de hulp- en norm-wetensenappen van de paedagogiek en daarna bij de paedagogiek zelve.

Referaat Dr. S. O. Los.

Dr. S. O. Los

In de kenleer gaat Freud uit van de Einfühlung en het „Deuten” toegepast op de genitale driften. Later voegde hij daarbij de ik-driften. terwijl zijn volgelingen de manuale-, bezit-, sociale- en andere driften mede onderzochten. Hij gaat niet uit van een psychische causaliteit, maar van de physische causaliteit op psychisch gebied. Zijn methode is zuiver historisch in zoover hij de vroegere belevingen van een individu, die een spoor hebbem nagelaten en nog nawerken in het onbewuste tracht op te sporen. Bij het sublimeeren van die krachten gaat hij synthetisch te werk. Adler legt den nadruk op de finale oorzaak van de driften, vooral van de manuale driften. De machtsdrift en het verzet tegen de remming daarvan leidt volgens hem tot het gevoel van minderwaardigheid. Jung, Maeder en Künckel hebben een synthetische methode, waarbij het accent valt op de sublimeering van driften en de innerlijke groeirichtingen. Ons bezwaar tegen deze methode is dat ze geen voldoende onderscheid maakt tusschen de physische en de psychische kengebieden, een continu aanneemt van zielekrachten en de begrijpelijke relaties verwaarloost. Bruikbaar is echter het kenmateriaal door de psycho-analytici verzameld. Dit kan als positieve winst geboekt worden.
In de psychologie is het positieve van de psychoanalytische methode, dat ze ons de macht van de peripherie van de persoonlijkheid en de machteloosheid van de persoonlijkheidskern heeft ontdekt. ’t Aannemen van de ambivalentie, d. i. het tegen elkaar opwegen van krachten en het ontkennen van de erfzonde zijn echter de zwakke punten in deze psychologie.
In de ethiek en in de religie staan de psychoanalytici meest op positivistisch standpunt. Een gunstige uitzondering maken Maeder, Künckel en Pfister, door hun leer van het geweten dat wordt opgevat als een spanningsgevoel in de relatie God-mensch.
De Psychoanalytische paedagogiek bevat goede elementen voor de negatieve opvoeding, zooals het behoud of herstel van goede betrekkingen tusschen ouders en kinderen, het ontdekken van sadisme, sexueele en aggressieve lusten bij kleine kinderen, het overwinnen van negatieve complexen door leiding, d. i. het scheppen van gunstige voorwaarden voor de zelfactiviteit van het kind.
Voor het doel der opvoeding en de methode van het onderwijs bevat de psychoanalyse positieve elementen, doordat ze de economie van de gevoelens, de verhouding van phantasie en werkelijkheid en de sociale opvoeding bij kinderen naar voren brengt. Voor de opleiding van onderwijzers(essen) heeft ze deze verdienste, dat zij de noodzakelijkheid doet inzien van psychologische scholing. Het niet-erkennen van het primaat van het intellect en van de noodzakelijkheid van absolute normen voor de opvoeding, zooals Gods Woord ons die biedt, behoort tot de groote schaduwzijden van de psychoanalytische paedagogiek.

Na de pauze had een bestuursverkiezing plaats. In de vacature Dr. S. O. Los (aftr.) werd gekozen Dr. A. Kuypers te Amsterdam.
Vervolgens werden de belangen van het Paedag. Tijdschrift voor het Chr. onderwijs besproken.
Na de rondvraag sloot de voorzitter de vergadering met de gebruikelijke plichtplegingen.