De Katholieke Illustratie/Jaargang 1/Nummer 11/De geur van bloemen
← Schrijfkunst | De geur van bloemen (1867)
De Katholieke Illustratie, jrg. 1, nr. 11 (1867), p. 88. |
Schuifladder → |
Uitgegeven in 's-Hertogenbosch door Administratie van de Katholieke Illustratie (uitg. door Henri Bogaerts). |
[ 88 ]DE GEUR VAN BLOEMEN. Een der beste wijzen om den geur der bloemen te verzamelen is deze: men vulle een flesch met de bladeren van versch geplukte bloemen en giete daarop zooveel zwavel-koolstof, dat zij geheel onderstaan; men sluite vervolgens de flesch en schudde ze goed. Nadat de flesch alzoo bij gewone luchtwarmte 6 uren gestaan heeft, giete men de zwavel-koolstof in een tweede flesch, die ook met de bladeren van dezelfde bloemsoort gevuld is, en na gelijke behandeling giete men de zwavel-koolstof in een derde of vierde flesch. Zijn groote hoeveelheden bloembladeren gebruikt, dan zal de zwavel-koolstof daarna een donkere kleur hebben aangenomen. Het water in de bladeren wordt uit de poriën verdrongen en zakt naar den bodem.
Om nu de geurstof af te scheiden, kan men, indien er slechts van kleine hoeveelheden sprake is, de zwavel-koolstof laten verdampen; de achterblijvende essence wordt dan behandeld met eene kleine hoeveelheid alkohol van 40°. Men kan ook zoete amandelolie bij de zwavel-koolstof voegen en den inhoud gedurende vier dagen drie of viermaal per dag goed omschudden; stelt men daarna het mengsel aan de lucht bloot in een open schaal, dan verdampt de zwavel-koolstof en houdt men de essence in de amandelolie terug. Heeft men met groote hoeveelheden te doen, dan destilleert men in een waterbad bij de laagst mogelijke temperatuur, zoodat geen zwavel-koolstof verloren ga, noch de aroma of geurstof worde vernietigd. Tien gewigtsdeelen bladeren met tien deelen zwavel-koolstof en drie deelen zoete amandelolie geven uitmuntende resultaten. De fijne geparfumeerde olie is zeer geschikt voor alle doeleinden, waarbij aromatische geuren gebruikt worden.