Naar inhoud springen

De Maasbode/Jaargang 51/Nummer 16044/Avondblad/"Hanzedag"

Uit Wikisource
‘„Hanzedag”’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit De Maasbode, donderdag 19 december 1918, Avondblad, eerste blad, p. 2. Publiek domein.
[ 2 ]

’s-GRAVENHAGE.
„HANZEDAG”.

Gisteren heeft de „Katholieke Garde” een Hanzedag georganiseerd. Des morgens was door tal van Hanze-leden gehoor gegeven aan de uitnoodiging om de H. Mis bij te wonen en ter Communie te gaan.

Des avonds om half 8 uur werd een groote propaganda-vergadering gehouden in de Dierentuinzaal.

Op het podium prijkten het beeld van het H. Hart, de beeltenissen van Z. H. den Paus en H. M. de Koningin en het vaandel van „de Hanze” tusschen een fraaie palmenversiering.

De voorzitter van „de Hanze”, de heer Henri Vlek, opende de vergadering met den Christelijken groet en heette de talrijke aanwezigen, waaronder ook vele uit andere gemeenten hierheen gekomen, hartelijk welkom.

Vervolgens zette de heer H. Chr. Janssen, voorzitter van de „Katholieke Garde” de taak van de Garde als propaganda-vereeniging uiteen en herinnerde aan het aandeel, dat de katholieke Middenstanders in de woelige dagen in de actie tegen de revolutie hebben gehad.

Een gemengd dubbelkwartet, bestaande uit de dames Clasina Starrenburg, en Mathilde Nieuwerkerk, sopranen, Gertrud Scheepmaker en Dora v. d. Kolk, alten en de heeren Th. de Groen 1e tenor, Aug. Schröder 2e tenor, Anton Sistermans 2e bas en H. Cooymans 1e bas, voerden hierna onder leiding van den heer Aug. Smets op keurige wijze „Beharre” van Herman Goetz en „In der Marienkirche” van Carl Loewe uit.

Nadat mejuffrouw Lous Scholte de vioolsolo concert in re mineur van Tartini met piano-accompagnement van mejuffr. Nelly v. Moorsel had te genieten gegeven, verkreeg de heer Mr. J. Bomans, lid van de Tweede Kamer, het woord om te spreken over den middenstand na den oorlog. Heerlijk krachtig is onze Roomsche middenstand vergeleken bij de neutrale organisatie, omdat bij ons de eenheid is, welke onder de neutraal georganiseerden wat betreft het principe der leden, niet is te vinden.

De afgevaardigde van de middenstanders in de Tweede Kamer, de heer Abr. Staalman, heeft aan spr. verklaard dat de neutralen meer beginnen te begrijpen, dat een krachtige organisatie geen geschilpunt mag hebben of alle geschilpunten over boord moet hebben geworpen. Toen spr. opmerkte, dat in de katholieke organisatie geen principieele geschilpunten gevonden worden, gaf de heer Staalman dit toe en was van meening, dat het zoowel voor de neutrale als voor de katholieke organisaties het beste zou zijn wanneer ieder in zijn eigen vereeniging was georganiseerd om dan krachtig in deze bonden te kunnen samenwerken.

Wat moet er gedaan worden, vraagt spr. De veelheid van de nering draagt niet altijd bij tot kracht, daarom waarschuwt spr. tegen de beunhazerij, d.w.z. nering opzetten zonder vakkennis en zonder kapitaal. Als gij die kanker plek niet wilt, dan moet zij dat zelf cureeren door een machtige organisatie, welke allen omvat, die werkelijk bonafide-middenstanders zijn. Gij zult aan het lidmaatschap van uw organisatie een strenge ballotage moeten verbinden, uw lidmaatschap moet zijn een waar credietpapier voor u.

Het eenige wat de S. D. A. P. van het historisch materialisme over heeft is de klassenstrijd. De klassenstrijd moet opgeborgen worden. Ons beginsel is niet de klassenstrijd, maar de klassensolidariteit. De belangen van den patroon en arbeiders staan naast elkaar tegenover die van den consument. Wanneer wij kunnen komen tot solidariteit tusschen patroon en arbeider om te zamen arbeidsduur, loon, prijstarieven, enz. te bepalen dan staan wij op zuiver katholiek standpunt. Maar dan is noodig de economisch noodwendige vakorganisatie. Voor ons katholieken is dit de R. K. vakorganisatie, waar geen principieele geschilpunten meer bestaan.

De publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie zal moeten overwogen worden, heeft minister Ruys de Beerenbrouck gezegd.

Thans staan voor u de poorten tot de organisatie nog open, maar straks zult gij wellicht moeten smeeken en offeren om in dat verband te worden opgenomen.

Spr. behandelt dan in het kort het credietwezen van den middenstand. De kracht van het credietwezen van den middenstand moet gezocht worden in de eigen credietbank „de Hanzebank” dan is de middenstander baas in eigen huis. Coulante voorwaarden te hebben voor de credietverleening is van het grootste belang voor den middenstand, er zijn altijd tijden, dat men een beroep moet doen op blanco crediet. Dat kan men nergens eerder verwachten dan bij de bank van uw eigen familie, waar men elkander kent als lid van de eigen organisatie.

Maar dat is alleen mogelijk als men voor toelating tot de organisatie strenge eischen stelt. Dan kan men gezamenlijk aansprakelijk zijn voor de credietwaardigheid van het afzonderlijk lid.

Dit alles zal in de toekomst noodzakelijk zijn.

Men moet echter niet alle heil zoeken in de eigen middenstands organisatie, maar men moet ook open oog hebben voor de R. K. Arbeidersorganisaties. Spr. besluit met een krachtige aansporing om te zamen te werken met de katholieke arbeidersorganisaties.

Vervolgens werd onder luide bijval door mevrouw Rie Wirtz-Pinto met accompagnement van mejuffr. Nelly van Moorsel het „Lied van den Smid”, compositie van Frans Andelhoff en „Moederke Alleen” compositie van J. P. J. Wierts gezongen en voerde het gemengd dubbelkwartet „Trauergesang” van M. Blummer uit.

Na een korte pauze, waaronder zeer velen zich als lid van „de Hanze” aanmeldden, gaf mejuffr. Nelly van Moorsel een piano-solo ten beste en zongen mej. Starrenburg, en de heeren Th. de Groen en Anton Sistermans het „Terzet” uit „Die Schöpfung” van Jos. Haydn. Een daverend applaus volgde op deze prestatie.

Vervolgens zong mevr. R. Wirtz het „Speldewerksterslied”, compositie van Emiel Hullebroeck.

De Weleerw. heer kapelaan Roovers sprak hierna over het onderwerp „Waarom Katholiek Georganiseerd?”

Op 18 November hebben wij katholieken een schitterende actie gevoerd onder het teeken van het Kruis. Wij moeten onze vanen niet opbergen en het Kruis niet in de hoek zetten, want er komt nog meer strijd. Wij moeten gezamenlijk str[ij]den. Op 18 November hebben wij de overwinning behaald, omdat wij stonden in massa.

Wij zijn verplicht te staan onder het Kruis. Wij willen Roomsche organisatie omdat onze Roomsche overheid dat wil. Dat verlangen op te volgen is ook echt Roomsch. Het is geen dwaze zet van het Roomsche volk om te luisteren naar onze generaals. Paus Leo XIII heeft verder gezien dan wij en wij kunnen ons gerust bij zijn zienswijze neerleggen. De katholiek vertrouwt zijn geestelijkheid. Naast die daad van vertrouwen moeten wij stellen een daad van liefde evenals het kind, dat zijn vader volgt.

Troelstra had zich vergist maar onze Paus en Bisschoppen vergissen zich niet gemakkelijk.

Roomsche organisatie komt ten goede aan de maatschappij. Ieder rechtschapan burger wil bij den vooruitgang volgens den weg der rechtvaardigheid, en die is bij de Roomsche Kerk veilig.

De maatschappij wil naast stoffelijken ook moreelen vooruitgang. Geen organisatie is meer geschikt om te geven moreelen vooruitgang dan de katholieke Kerk. Daar is het gezag, de steunpilaar van de maatschappij veilig. De maatschappij heeft een verzorging vn de Katholieke Kerk noodig wil zij de bestande moraliteit bewaren en verheffen.

Levensdoel en inrichting der Katholieke Kerk wijzen er op, dat ook in de politiek een plaatsje voor haar moet worden ingeruimd. De burger zal zijn katholieke overtuiging zien rijzen als hij geassocieerd is aan een katholieke coöporatie, daarin zal hij het middel hebben gevonden om zijn geestelijk leven wat meer aan te wakkeren.

Het is dus van het grootste gewicht lid te zijn van een katholieke corporatie i c. den Hanzebond. Onze tegenstanders weten dan wat zij aan ons hebben.

Gij moet u niet bij tientallen maar bij honderdtallen voor het lidmaatschap van de Hanze opgeven.

Verder is de Roomsche organisatie de grootste schakel die u verbindt met de priesters.

Wat zou er van ons katholieken zijn overgebleven als de revolutie geslaagd ware; dan had men zich het eerst gekeerd tegen de priesters.

In de katholieke organisatie kunnen wij invloed uitoefenen op anderen die nog geen lid zijn.

Als wij den strijd voor de Roomsche pers schouder aan schouder voeren, zou zij dan niet slagen?

Een daverend applaus volgde op deze geestdriftig uitgesproken rede.

Ten slotte werd door het gemengd dubbel kwartet de eerste strophe van het „Wilhelmus” uitgevoerd, waarna de aanwezigen geestdriftig de tweede strophe zongen.

De heer Hijstek deelde nog mede, dat tijdens de vergadering zich 130 nieuwe leden voor „de Hanze” hadden opgegeven en sloot vervolgens de vergadering met den Christelijken groet.