De Tijd/1880/Nummer 10075/De Standaard
‘De Standaard koestert hooge verwachtingen van de »milde toepassing” der Wet, door de ministers van Lijnden en Six herhaaldelijk toegezegd. […]’ door een anonieme schrijver |
Afkomstig uit De Tijd, donderdag 26 augustus 1880, [p. 2]. Publiek domein. |
[ 2 ]De Standaard koestert hooge verwachtingen van de »milde toepassing” der Wet, door de ministers van Lijnden en Six herhaaldelijk toegezegd. Het zou hem zelfs niet verwonderen, zoo één der inspecteurschappen aan een zeer beslist anti-revolutionnair werd opgedragen. Zelfs ziet hij voor de gemeenteraden, die recht voor allen willen, in genoemde ministers de groote beschermers tegen liberale partijdigheid; want hun gestadig reppen van een milde toepassing ware anders slechts vogellijm aan den vangstok geweest.
Wij voor ons zijn minder optimistisch. Mannen, die het kwaad niet durfden voorkomen, toen zij ambtshalve daartoe geroepen en in staat waren, zullen ook den moed missen, om het kwaad, dat zij hielpen stichten, te beteugelen. Wel willen wij met den Standaard aannemen, dat de ministers het den Moensen en Kerdijken niet naar den zin zullen maken; dat zij voor deze stoommachinen geen paardenkracht genoeg zullen bezitten; dat de Moensen dan een vervaarlijk lawaai zullen maken en hunne natuurlijke geaardheid misschien weder zal boven komen. Wij staan er niet voor in, dat na het schelden van »lafaard” en »laaghartige”, zoo spoedig het tooneel eener hartelijke omhelzing in de Kamer zal plaats grijpen. Veeleer zouden wij de manoeuvre kunnen verwachten, die de Standaard ons in de volgende aanhaling teekent:
»Wat zal het geval zijn?
»Stel, primo November begint »de milde toepassing”; welnu, dan zijt ge ook zeker, dat twee November de volle-face der liberalistische pers, en drie November de ommezwaai onder de liberalisten in de Tweede en Eerste Kamer komt.
»Nog eer we half-Novembcr schrijven, krijgt ge dan een interpellatie.
»Bij de begrootingsdebatten, die dan op til zijn, begint het dreigen.
»Het ministerie wordt als afvallig uitgekreten.
»Er wordt geagiteerd.
»En heel het spel eindigt in het dilemma: » »Gij, ministers des Konings, kunt bijdraaien van milde op strenge toepassing, of wij, Heeren der Kamer, snijden u den levensdraad af!””