De Tijd/Nummer 29685/Avondblad/Hedendaagsche Limburgsche Kunst

Uit Wikisource
‘Hedendaagsche Limburgsche Kunst. In het Gemeentemuseum te Den Haag’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit de De Tijd, zaterdag 30 oktober 1937, Avondblad, [p. 5]. Publiek domein in de EU.
[ 5 ]

Hedendaagsche Limburgsche Kunst

In het Gemeentemuseum te Den Haag


Zaterdagmiddag is in het Gemeente-museum te ’s-Gravenhage geopend de tentoonstelling van Hedendaagsche Limburgsche Kunst, die een omvangrijk overzicht geeft van de opleving der beeldende kunsten, welke sinds jaren in het Zuidelijke gewest valt waar te nemen.

De opening geschiedde door den Commissaris der Koningin in de provincie Limburg Mr. W. G. A. van Sonsbeek, die voorzitter is van het gevormde Eere-Comité, waarvan de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Prof. Dr. J. R. Slotemaker de Bruïne eere-voorzitter is.

De tentoonstelling is van een gehalte, dat menig Noord-Nederlander, onbekend met hetgeen zich daar in Limburg heeft gevormd en tot bloei is gekomen, zal verbazen.

Er zijn inzendingen van de volgende kunstenaars: Edmond Bellefroid, A. J. N. Boosten, Charles Eyck, Leo Franssen, J. H. Gregoire, Jan Hul, H. Jelinger, Henri Jonas, Judy Michiels van Kessenich, Harry Koolen, Hubert Levigne, Joep Nicolas, Suzanne Nicolas—Nys, Charles Nypels, F. P. J. Peutz, Jules Rummens, Cor Sandifort, Jef Scheffers, Henri Schoonbrood, C. Stauthamer, A. A. M. Stols, J. W. Veldman, Charles Vos, Gisèle Waterschoot van der Gracht, Jos. Wielders, Paul Windhausen en de Stichting „Teka vok" (Tegelsche Keramische Volkskunst).

Op Woensdag 3 November, des avonds te kwart over acht, wordt in het museum een lezing gehouden over Hedendaagsche Limburgsche Kunst door Dr. G. Knuttel Wzn. en op Woensdag 1 December, wederom des avonds te kwart over acht, over het Réveil in de Limburgsche religieuze kunst door Jan Engelman.

De cataloog bevat een voorwoord van Dr. H. E. van Gelder, directeur van het Haagsche Gemeentemuseum, en een beschouwing over het karakter der Limburgsche kunst door Dr. G. Knuttel.

Wij komen nog nader op deze belangrijke expositie terug.