Eenieder, die de ruime dorpskerk van Maasniel bij Roermond bezoekt, en haar nieuw altaar bewondert, is opgetogen over de heerlijke paneelschilderingen, waarmee de beroemde kunstenaar Alb. Windhausen het heeft opgeluisterd. Naar een dier paneelen hebben wij voor ons Maandschrift achterstaande „Maria-kroning” laten bewerken.
In rijke plooien omhult Maria een hemelsblauwe mantel, slechts een weinig het rozig onderkleed zichtbaar latend. Een van goud en paarlen schitterende kroon, zoo juist onder het triomfgezang der zaligen, uit Jezus’ goddelijke handen ontvangen, flonkert op de gouden lokken, die haar maagdelijk gelaat omlijsten en van hare schouders afstroomen in sierlijke golving. Zie, hoe zij met ternedergeslagen oogen vol dankbaarheid neerknielt voor Jezus, die, als Koning der eeuwige glorie, in vorstelijken luister en met kroon en scepter getooid, vóór haar zetelt op zijn glorietroon. Vol majesteit richt Hij zijn goddelijke oogen op haar, die Hij gemaakt heeft tot een pronkstuk zijner Almacht, en plechtig verheffend de rechterhand spreekt Hij Maria toe: „O mijne Moeder, die Mij op aarde het beste van alle schepselen gediend hebt, aanvaard het rijksgebied van hemel en van aarde: zetel aan mijne rechterhand, en wees koninginne van hemel en aarde in eeuwigheid.” En opnieuw daveren de hemelen van den blijden jubelzang, waarmede Engelen en zaligen vieren de blijde inkomst hunner geliefde Vorstin, en viool, en cymbaal en trommel en fluit begeleiden der hemelen juichend inhuldigingslied: „Gij zijt de glorie van het hemelsch Jeruzalem, Gij de vreugde van Israel, gij de eere van uw volk!”
