De heraut van het H. Hart van Jezus voor de leden van het Apostolaat des Gebeds/Jaargang 55/Boekbespreking

Uit Wikisource
‘Boekbespreking’ door C.J.L.
Afkomstig uit De heraut van het H. Hart van Jezus voor de leden van het Apostolaat des Gebeds, jrg. 55 (1923), nr. (mei 1923), p. 158. Publiek domein.
[ 158 ]

BOEKBESPREKING

Naar ’t Priester-Ideaal. De Eerbiedwaardige Petrus Donders, door M. van Grinsven C. ss. R.

In weinige bladzijden heeft Pater van Grinsven in dit boekje het tamelijk volledig, maar vooral aantrekkelijk beeld geteekend van Petrus Donders, den armen Tilburgschen jongen, dien we eenmaal als een Hollandsche Zaligen en heilige hopen te vereeren. De kunstschilder Windhausen heeft de plaatjes geteekend, die inderdaad den tekst illustreeren en verklaren. Het portret in kleuren als titelplaat is op zich zelf reeds een krachtige uitnoodiging met Pater Donders nader kennis te maken en zijn voorspraak in te roepen. Mogen we spoedig om zijn eerbiedwaardig hoofd de krans der zaligen van Gods Kerk zien. De verspreiding van deze populaire levensschets kan daartoe veel bijdragen. – Drukker en uitgever is Henri Ph. de Jong. Roovalkstraat 25, Rotterdam.


Kloosters?! door Pater Quirinus, Kapucijn. Boek-Centrale, Amsterdam. Prijs 10 cent.

Een van die boekjes, die men opneemt, inkijkt en in één trek uitleest. Aan de hand van Professor Pijpers’ boek wordt het goed recht der kloosters verdedigd; een niet zoo moeilijke taak, daar de meeste vooroordeelen van niet-katholieke zijde berusten op domheid en onwetendheid. Pater Quirinus belooft nog negen andere Apologetische Brochures. We hopen de aangekondigde Serie spoedig compleet te zien.


Ons Bovennatuurlijk Organisme, door P. Gervasius O. M. C. no. 12 van de Opvoedkundige Brochurenreeks.

De schrijver vervolgt hier zijn vroeger verschenen brochure (no. 6): „Bovennatuurlijke Paedagogie”. en wil nu de schatten van ons bovennatuurlijk leven doen kennen, ’t Is dan ook een boekje Theologie, en, hoewel naar eenvoud en klaarheid gestreefd is, geen lichte stof. Maar de verheven waarheden, hierin behandeld, zijn zoo schoon, zoo diep en breed ons leven omvattend, dat de kennis ervan ons omhoog zal trekken en ruim ten goede zal komen, éérst aan ons eigen zieleleven, en dan ook aan de anderen. De schrijver mag dan ook aldus zijn boekje besluiten: „Hebt gij dat alles aan uzelf ervaren, dan zijt gij de geroepen paedagogen bij de gratie Gods, die staan in ’t leven, ’t volle reëele leven, dat natuur en bovennatuur in één synthese samenvat, dan zijt gij een persoonlijkheid, in uren dat alles vleesch en been geworden is[.] En zulke persoonlijkheden zijn het, die met den H. Geest samenwerken aan de op[v]oeding der kinderen voor ’t rijk Gods, zooals geen didaktiek of methode hun kan leeren. „Het goddelijkste aller goddelijke werken is, met God mede te werken tot heil der zielen.” En bovennatuurlijke opvoeding wil niets anders zijn.”

C. J. L.