De levens en werken der Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders, beeldhouwers, graveurs en bouwmeesters/Deel 1/Beijer. (Jan de)

Uit Wikisource
‘Beijer. (Jan de)’ (1857) door Christiaan Kramm
Afkomstig uit Christiaan Kramm (1857-1864) De levens en werken der Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders, beeldhouwers, graveurs en bouwmeesters, Amsterdam: Gebroeders Diederichs, deel I (1857), p. 69-70. Publiek domein.

[ 69 ] BEIJER. (Jan de) Deze voor de vaderlandsche geschiedenis, in afbeeldingen daarvan, zoo hoogst verdienstelijke kunstenaar is reeds door Immerzeel vermeld. Ik wil er iets over zijne afbeeldingen, bijvoegen hetwelk ik vermeen, dat niet algemeen bekend is, en waartoe ik in staat ben gesteld, dewijl ik een aantal portretten met veranderingen, hem verbeeldende, bezit, en die tot de zeldzaamheden behooren. — Het schijnt, dat er lang na de uitgave van Van Gool, Nieuwe Schouwburg enz. nog eene bijplaat is vervaardigd door h. pothoven del. en p. tanje sculp. zijnde de afbeelding van 1) jan de beijer, 2) jacobus buys, en 3) hendkik pothoven, allen nog in leven, toen Van Gool zijn werk sloot. Nu heeft er eene verwisseling van het portret van jan de beijer plaats gehad, want ik heb eenige exemplaren, waar hij op middelbaren leeftijd is afgebeeld, een exemplaar, waar het blad papier, — dat tegen een kunstboek rust — waarop hij is voorgesteld, nog geheel wit is, en waarop het eerstgenoemde portret Nr. 1 als een klep of luikje gehecht, en als eene zeldzaamheid door p. v. d. b. (pieter van den berghe?) van achter beteekend werd. — Maar nu bezit ik nòg een exemplaar, waar niets van dat alles meer aanwezig is, en vervangen door eene veel oudere afbeelding, doch wel dezelfde persoon, waaronder is bijgevoegd bij Nr. 1. vinkeles sculp. — Dit laatste is dus in veel later tijd geschied; — maar, waartoe hebben beiden gediend, en waar komen die voor? Ik heb ze nimmer in Van Gool aangetroffen; welligt zijn er exemplaren, [ 70 ]waar die door de eigenaars zijn ingevoegd; — maar geschiedde dit dan ten tijde van r. vinkeles? — In den Catalogus der Portretten van Fredrik Muller komt zijne afbeelding voor: Borstbeeld regts, met punthoed. Teekening in zw. kr. door j. greenwood, kl. 4o. doch dit is, meer dan waarschijnlijk, het portret van hendrik pothoven, dat het voorste op de bovengenoemde prent voorkomt, maar met Nr. 3 is beteekend; en welligt is de plaatsing van den naam, die de eerste in marge staat gedrukt, dus de aanleiding van het misverstand. Men zou een van mijne genoemde exemplaren er bij moeten hebben, om de zaak voor goed te kunnen beslissen. Het portret met den punthoed, levensgroot, door hemzelven geschilderd, zooals het in de bovengemelde prent voorkomt, is mede in mijn bezit. — cornelis pronk heeft ook zijn portret met potlood geteekend. Hoog 8, br. 5½ duim Rhijnl. maat. Zie den Catalogus van der Marck Aegidz. Teekeningen enz. verkocht te Amsterdam, in 1773, bl. 220, Nr. 1796.