De val van Troje 23-33

Uit Wikisource
< De val van Troje

23. Meer gevechten[bewerken]

Na drie jaar begonnen de gevechten weer. Hector en Troilus leidden een leger naar buiten met Aeneas. Aan de andere kant kwamen Agamemnon, Menelaüs, Achilles en Diomedes hen tegemoet. Het werd een grote slachtpartij. Hector doodde in de eerste slaglinie de zeer sterke aanvoerders Phidippus, Antiphus en Meriones. En Achilles doodde Lycaon en Euphorbus. Van de gewone soldaten vielen er aan beide kanten duizenden. Er werd dertig dagen lang iedere dag heftig gevochten. Maar zodra Priamus zag dat duizenden mannen van zijn leger waren gevallen, zond hij gezanten naar Agamemnon om te vragen om een wapenstilstand van zes maanden. Na goedkeuring van de raad stond Agamemnon de wapenstilstand toe. Hierna volgden meteen weer de gevechten. Er werd twaalf dagen heftig gevochten. Vele zeer sterke aanvoerders sneuvelden aan beide kanten, zeer velen raakten gewond, en er stierven zeer velen toen ze verpleegd werden. Agamemnon zond gezanten naar Priamus om een wapenstilstand van dertig dagen te eisen. Op die manier konden ze de doden begraven. Priamus overlegde en stemde hiermee in.

24. De dood van Hector[bewerken]

Maar zodra er weer gevechten volgden, zag Andromache – de echtgenote van Hector – in haar dromen dat Hector niet naar het gevecht moest gaan. Toen zij hem vertelde over haar visioen, verwierp Hector ze als de woorden van een vrouw. Andromache stuurde toen bedroefd een bode naar Priamus om te verhinderen dat hij die dag zou gaan vechten. Priamus beval Helenus, Alexander, Troilus, Aeneas en Memnon te laten komen zodat zíj verder gingen vechten. Hij stuurde ze naar de strijd. Zodra Hector dat vernam, maakte hij Andromache grote verwijten en eiste ook te mogen vechten. Hij kon op geen enkele manier worden tegengehouden. De droevige Andromache legde hierop, nadat ze haar haren had losgemaakt, zijn zoon Astyanax voor zijn voeten, maar ook dat kon hem niet tot de orde roepen. Toen veroorzaakte ze met haar vrouwelijke weeklagen opschudding in de stad en rende naar Priamus in zijn paleis. Ze vertelde hem wat ze in haar dromen had gezien, dat Hector toch naar het gevecht wilde gaan en dat zelfs het neerleggen van Astyanax aan zijn knieën hem niet tot de orde kon roepen. Priamus beval hierop allen verder te gaan met vechten, maar hield Hector tegen. Zodra Agamemnon, Diomedes, Achilles en Ajax van Locris zagen dat Hector niet was gekomen om te vechten, vochten zij heftig en doodden vele aanvoerders van de Trojanen. Zodra Hector het tumult in de oorlog hoorde en dat de Trojanen zonder hem in nood verkeerden, snelde hij naar het gevecht. En meteen slachtte hij Eïoneus af, verwondde Iphinous, doodde Leonteus en trof hij het dijbeen van Sthenelus met een speer. Zodra Achilles hem opmerkte en zag dat zoveel zeer fanatieke aanvoerders door Hector waren gedood, richtte hij zijn aandacht op hem en ging op hem af. Achilles bedacht namelijk, dat als hij Hector niet zou doden, er nog meer Grieken door zijn toedoen om zouden komen. Vele duizenden mannen werden intussen afgeslacht. Ze kwamen in een heftige strijd samen. Hector doodde de zeer sterke aanvoerder Polypoetes, maar toen hij was begonnen diens wapenrusting af te nemen, verscheen Achilles onverwacht. Het gevecht werd nog groter, en er rees geschreeuw op vanuit de stad en het hele leger. Hector raakte het dijbeen van Achilles, maar die begon hem ondanks de pijn alleen maar harder achterna te zitten, en gaf niet op tot hij Hector gedood had. Nadat Hector gedood was, deed Achilles de Trojanen op de vlucht slaan, en met een zeer grote slachting joeg hij hen helemaal terug tot aan de poort. Memnon verzette zich echter zeer dapper tegen Achilles, en ze vochten heftig met elkaar. Ze gingen beiden verwond uit elkaar. De nacht onderbrak de strijd. Achilles keerde gewond terug van het gevecht. ’s Nachts jammerden de Trojanen om Hector.

25. Wapenstilstand. Palamedes wordt bevelhebber van de Grieken[bewerken]

De volgende dag leidde Troilus de Trojanen naar buiten tegenover het Griekse leger. Agamemnon raadpleegde het leger en raadde hun aan een wapenstilstand van twee maanden te vragen, zodat ieder zijn doden kon begraven. Bodes vertrokken naar Priamus, ze brachten het verlangen over en kregen een wapenstilstand van twee maanden. Priamus begroef volgens zijn gewoonte Hector voor de poort en organiseerde lijkspelen voor hem. Terwijl er een wapenstilstand was, hield Palamedes weer niet op te klagen over het opperbevelhebberschap. Agamemnon gaf daarom toe aan de tegenstand en hij zei dat hij in deze zaak graag inschikkelijk zou zijn en dat ze degene die ze wilden opperbevelhebber moesten maken. De volgende dag riep hij het volk in vergadering bijeen. Hij zei dat hij nooit begerig naar het opperbevelhebberschap was geweest, dat hij het rustig zou accepteren als ze het hem wilden geven, maar dat hij ook graag zijn plaats zou afstaan. Het was voor hem genoeg dat er wraak op de vijanden werd genomen en het maakte hem weinig uit met de hulp van wie dat gebeurde. Hij beval iedereen zich uit te spreken die daar een mening over had. Palamedes kwam naar voren en liet zien hoe scherpzinnig hij was. Daarom gaven de Grieken hem het opperbevelhebberschap. Palamedes bedankte de Grieken, aanvaardde het opperbevel en nam de leiding. Achilles sprak zijn afkeuring uit over deze verandering van het opperbevel.

26. Gevechten[bewerken]

Intussen eindigde de wapenstilstand. Palamedes leidde het leger dat hij had uitgerust en voorbereid, naar buiten, stelde het op en sprak het moed in. Deïphobus deed hetzelfde aan de andere kant. Er werd heftig gevochten door de Trojanen. Sarpedon de Lyciër viel de Grieken aan met zijn manschappen. Hij bracht velen ten val en slachtte ze af. Tlepolemus van Rhodos ging op hem af, maar nadat hij lang had standgehouden in het gevecht, viel hij ernstig gewond neer. Perses, de zoon van Admesta, kwam hem te hulp en nam de strijd over. Na een lang gevecht van man tegen man werd hij door Sarpedon gedood. Sarpedon keerde ook gewond terug. Daarom waren er heel wat dagen gevechten. Aan beide kanten werden aanvoerders gedood, maar de meeste door Priamus. De Trojanen stuurden bodes en vroegen om een wapenstilstand om de doden te begraven en de gewonden te verzorgen. Palamedes stuurde Agamemnon als bode naar Demophoön en Athamas, de zonen van Theseus, die Agamemnon de leiding had gegeven over de aanvoer van proviand en de toevoer van het graan dat Telephus uit Mysië had gekregen. Zodra hij daar kwam, vertelde hij over de opstand van Palamedes. Zij werden boos, maar Agamemnon zei dat hij niet boos was en dat dit volgens zijn eigen wens was gebeurd. Intussen liet Palamedes de schepen prepareren, versterkte het kamp en omgaf het met torens. De Trojanen trainden hun leger, repareerden zorgvuldig hun muur, voegden er greppels en een wal aan toe en troffen andere voorbereidingen.

27. Achilles wordt verliefd op Polyxena en staakt de strijd[bewerken]

Toen het de dag was waarop Hector was begraven, gingen Priamus, Hecuba, Polyxena en de andere Trojanen naar zijn graf. Achilles kwam hen tegen, hij bekeek Polyxena, raakte bezeten van haar en werd vreselijk verliefd. Zijn brandende liefde bracht hem ertoe dat hij een hekel begon te krijgen aan het leven dat hij leidde, en hij kon het niet verdragen dat het opperbevel aan Agamemnon was ontnomen en dat Palamedes nu zijn meerdere was. Door zijn liefde daartoe aangespoord gaf hij een zeer trouwe Phrygische slaaf een opdracht die hij naar Hecuba moest overbrengen. Hij vroeg haar Polyxena als echtgenote en beloofde, als zij dit deed, dat hij dan met zijn Myrmidonen naar huis zou teruggaan. Als hijzelf dat zou hebben gedaan, zouden de andere leiders dat ook doen. De slaaf vertrok, kwam bij Hecuba en zei wat hem was opgedragen. Hecuba antwoordde dat zij wilde, maar alleen als haar man Priamus ermee zou instemmen. Tot ze dit met haar man zou bespreken, werd de slaaf bevolen om terug te keren. De slaaf meldde aan Achilles wat hij had gedaan. Agamemnon keerde terug in het kamp met een grote hoeveelheid proviand. Hecuba sprak met Priamus over het voorstel van Achilles. Priamus antwoordde, dat het niet kon gebeuren; niet daarom omdat hij Achilles onwaardig vond om in zijn familie op te nemen, maar als hij zijn dochter aan hem gaf en Achilles zou weggaan, dan zouden de anderen niet weggaan. En het zou dan ongepast zijn om zijn dochter met een vijand te verbinden. Als Achilles dus wilde dat dit gebeurde, moest er permanente vrede worden gesloten, moest het leger weggaan en moesten de voorwaarden met een verdrag worden bekrachtigd. Als dat gedaan zou zijn, zou hij zijn dochter graag aan hem geven. Toen dus de slaaf door Achilles weer naar Hecuba werd gestuurd, zei Hecuba tegen de slaaf wat ze met Priamus had besproken, en de slaaf berichtte het aan Achilles. Achilles klaagde overal dat wegens één vrouw, Helena, heel Griekenland en Europa te hulp waren geroepen, dat er in zoveel tijd al zoveel duizenden mensen waren omgekomen en dat ze al zoveel gevaren hadden doorstaan. Hun vrijheid stond op het spel en daarom moest er vrede worden gesloten en moesten de legers zich terugtrekken. Het jaar was verstreken. Palamedes leidde het leger naar buiten en stelde het op.

28. Palamedes in het gevecht gedood[bewerken]

Deïphobus stond tegenover hem. Achilles was boos en nam niet deel aan de strijd. Palamedes greep zijn kans, deed een aanval op Deïphobus en doodde hem. Een felle strijd vlamde op. Aan beide kanten vielen vele duizenden slachtoffers. Palamedes vocht in het voorste gelid en spoorde aan om fel strijd te leveren. De Lyciër Sarpedon ging op hem af, maar Palamedes doodde hem. Verheugd daarover liep hij rond in de slaglinie. Maar terwijl hij trots juichte doorboorde Alexander Paris zijn nek met een pijl. Toen de Trojanen dat bemerkten, wierpen ze speren naar hem, en zo werd Palamedes gedood. Nadat de koning gedood was, weken de Grieken terug. De Trojanen achtervolgden hen, belegerden hun kamp, staken schepen in brand en deden een gezamenlijke aanval. De Grieken keerden hen schandelijk de rug toe en vluchtten hun kamp in. Achilles kreeg dit te horen, maar hij hield zich verborgen. Ajax de zoon van Telamon voerde de verdediging zeer dapper aan. De nacht onderbrak het gevecht. De Grieken jammerden in hun kamp om de kennis, rechtvaardigheid, vriendelijkheid en mildheid van Palamedes.

29. Agamemnon wordt weer bevelhebber van de Grieken[bewerken]

De Trojanen treurden om Sarpedon en Deïphobus. Nestor, die de oudste was, riep ’s nachts de aanvoerders in vergadering bijeen. Hij adviseerde met klem om een opperbevelhebber aan te stellen en zei dat, als zij het daar ook mee eens waren, het de minste onenigheid opleverde als Agamemnon dat weer werd. Hij wees er tevens op dat toen hij opperbevelhebber was, de zaken voorspoedig verliepen en het leger tamelijk tevreden was. Als iemand een andere mening had, riep hij op die te geven. Maar allen stemden in en ze kozen Agamemnon tot opperbevelhebber. De volgende dag kwamen de Trojanen blij in strijdlinie uit hun stad te voorschijn. Agamemnon stelde zijn leger tegenover hen op. Nadat de strijd was begonnen wisten beide legers elkaar afwisselend terug te dringen. Nadat het grootste deel van de dag was verstreken, verscheen Troilus in de voorste gelederen. Hij richtte een verwoestende slachting aan en dreef de Grieken terug naar hun kamp. De volgende dag leidden de Trojanen hun leger naar buiten. Daartegenover stelde Agamemnon het zijne op. Het werd een grote slachtpartij. Beide legers vochten met elkaar en het werd een fel gevecht. Troilus doodde vele aanvoerders van de Grieken. Er werd zeven dagen aan één stuk door gevochten. Agamemnon vroeg een wapenstilstand voor twee maanden. Hij begroef Palamedes met een prachtige begrafenis. Beide partijen zorgden ervoor dat de andere aanvoerders en soldaten werden begraven.

30. Gezantschap naar Achilles[bewerken]

Tijdens de wapenstilstand stuurde Agamemnon Nestor, Ulysses en Diomedes naar Achilles met het verzoek weer deel te nemen aan de oorlog. Achilles weigerde het verzoek bedroefd, omdat hij al had besloten niet deel te nemen aan de oorlog. Hij hield zich aan zijn belofte aan Hecuba, dat hij minder zou vechten, omdat hij veel van Polyxena hield. Hij begon degenen die naar hem toe waren gekomen onvriendelijk te bejegenen, terwijl hij zei dat er een eeuwigdurende vrede moest komen. Hij vond het onverantwoord dat er wegens één vrouw zoveel op het spel werd gezet, dat de vrijheid gevaar liep en dat hij er geen vertrouwen meer in had omdat het al zo lang duurde. Hij eiste vrede en weigerde te vechten. Aan Agamemnon werd gemeld wat er met Achilles was besproken en dat hij hardnekkig weigerde te vechten. Agamemnon riep alle aanvoerders bijeen voor een raad. Hij raadpleegde het leger wat er moest gebeuren en beval ieder te zeggen wat hem het beste scheen. Menelaüs begon zijn broer Agamemnon aan te sporen dat hij het leger maar liever ten strijde moest laten trekken en dat ze zich niet moesten laten bang maken als Achilles zich aan de strijd onttrok. Hij zou Achilles echter overhalen om deel te nemen aan de oorlog, maar was niet bang als hij niet wilde. Hij bracht ook naar voren dat de Trojanen niemand anders hadden die zo sterk was als Hector was geweest. Diomedes en Ulysses zeiden echter dat Troilus net zo sterk was als Hector. Door zich zo tegen Menelaüs te verzetten zorgden ze ervoor dat er geen oorlog werd gevoerd. Calchas gaf op grond van een vogelteken het advies dat ze wél moesten vechten, en dat ze zich geen zorgen moesten maken omdat de Trojanen de laatste tijd sterker waren geweest.

31. Zware gevechten[bewerken]

De tijd om te vechten brak weer aan. Agamemnon, Menelaüs, Diomedes en Ajax brachten hun leger naar buiten. De Trojanen stelden zich tegenover hen op. Er ontstond een grote slachting, er werd hevig gevochten en beide legers gingen hard tegen elkaar tekeer. Troilus verwondde Menelaüs, doodde vele anderen en joeg daarna de Grieken hun kamp in. De nacht onderbrak het gevecht. De volgende dag lieten Troilus en Alexander een leger uitrukken. Aan de andere kant trokken alle Grieken op. Aan beide kanten werd hevig gevochten. Troilus verwondde Diomedes, viel Agamemnon aan en verwondde hierbij diens gezicht en slachtte vele andere Grieken af. Een paar dagen lang werd er hevig gevochten. Vele duizenden mannen sneuvelden aan beide kanten. Toen Agamemnon zag dat hij iedere dag een aanzienlijk deel van zijn leger verloor en dat niet kon aanvullen, stuurde hij bodes om te vragen om een wapenstilstand voor zes maanden. Priamus riep zijn raad bijeen en legde hun het verzoek van de Grieken voor. Troilus zei dat er niet zo lang een wapenstilstand moest worden gegeven, maar dat er liever een aanval moest worden gedaan en schepen in brand gestoken. Priamus beval ieder te zeggen wat zijn mening was. Met z’n allen besloten ze dat er moest gebeuren wat de Grieken vroegen. Dus kwam er toen een wapenstilstand van zes maanden. Agamemnon zorgde ervoor dat zijn doden eervol werden begraven en verzorgde de gewonde Diomedes en Menelaüs. De Trojanen begroeven evenzo hun overledenen. Tijdens de wapenstilstand ging Agamemnon op verzoek van de raad samen met Nestor naar Achilles om hem te vragen mee te vechten in de oorlog. Achilles zei bedroefd dat hij niet mee zou doen, maar klaagde dat er naar vrede gestreefd moest worden. Hij zegde echter toe, omdat hij Agamemnon niks kon weigeren, dat hij wanneer de tijd om te vechten weer was aangebroken, zijn soldaten zou sturen. Zelf zei hij een excuus te hebben waarom hij zich afzijdig hield van het gevecht. Agamemnon bedankte hem.

32. De Trojaan Troilus doodt vele Myrmidonen[bewerken]

De tijd om te vechten brak weer aan. De Trojanen brachten hun leger naar buiten. Aan de andere kant kwamen de Grieken naar voren. Achilles stelde de Myrmidonen op en stuurde ze, gereed om te vechten, naar Agamemnon. Het werd een zeer groot gevecht, er werd hevig tekeergegaan. Troilus doodde namelijk in de voorste slaglinie Grieken, en ging achter de Myrmidonen aan. Hij deed een aanval op het kamp, doodde vele Grieken en verwondde er nog veel meer. Ajax de zoon van Telamon bood weerstand. De Trojanen keerden als overwinnaars terug in de stad. De volgende dag leidde Agamemnon een leger naar buiten. Alle aanvoerders en de Myrmidonen rukten op. Aan de andere kant stelden de Trojanen zich verheugd in strijdlinie op. Nadat ze slaags waren geraakt, vochten beide legers tegen elkaar. Gedurende een groot aantal dagen werd er hevig gevochten. Vele duizenden mannen sneuvelden aan beide kanten. Troilus ging achter de Myrmidonen aan, doodde ze en joeg ze op de vlucht. Toen Agamemnon zag dat aan zijn kant een groot aantal mannen was gedood, vroeg hij om een wapenstilstand voor dertig dagen om zijn mannen te kunnen begraven. Priamus stond deze wapenstilstand toe, en allen zorgden ervoor dat hun doden werden begraven.

33. Achilles doet weer mee aan de strijd[bewerken]

De tijd om te vechten brak weer aan. De Trojanen brachten een leger naar buiten. Daar tegenover verzamelde Agamemnon alle aanvoerders voor de strijd. Nadat ze slaags waren geraakt, ontstond er een grote slachting. Ze gingen heftig tekeer. Nadat het eerste deel van de dag voorbij was, kwam Troilus naar voren in het gevecht. Hij richtte dood en verderf aan. De Grieken sloegen schreeuwend op de vlucht. Toen Achilles zag dat Troilus zo tekeerging en de Grieken bespotte, en dat hij hen bovendien aan een stuk door afslachtte, en de Grieken in nood verkeerden, sprong hij op en begaf zich in de oorlog. Troilus stortte zich onmiddellijk op Achilles en verwondde hem. Achilles keerde gewond terug van het gevecht. Zes dagen werd er onafgebroken gevochten. Op de zevende dag, terwijl beide legers nadat ze slaags waren geraakt, elkaar opjoegen, stelde Achilles, die enkele dagen door zijn verwonding gekweld niet had meegevochten, de Myrmidonen op. Hij bemoedigde ze en spoorde ze aan om Troilus dapper aan te vallen. Nadat het grootste deel van de dag was verstreken, kwam Troilus opgewekt te paard naar voren. De Grieken vluchtten luid schreeuwend weg. De Myrmidonen kwamen plotseling te voorschijn en vielen Troilus aan, maar velen van hen werden door hem gedood. Terwijl er hevig werd gevochten, stortte het paard van Troilus gewond neer. Het wierp Troilus die verstrikt was geraakt, van zich af. Achilles ging snel naar hem toe en doodde hem. Hij begon hem weg te trekken uit het gevecht. En dit zou zijn gelukt, als niet Memnon een uitval had gedaan en Achilles een wond had toegebracht. Achilles trok zich gewond terug uit het gevecht. Memnon zat hem achterna en viel hem met vele medestanders aan. Zodra Achilles hem achter zich bemerkte, bleef hij staan. Zijn wond werd ter plekke verzorgd en nadat hij slechts heel kort had gevochten, doodde hij Memnon met vele steken. Ook zelf door hem verwond trok hij zich terug uit het gevecht. Nadat de aanvoerder van de Perzen was gedood en het leger van de Trojanen was verslagen, zochten de overgebleven mannen hun toevlucht in de stad en sloten de poorten. De nacht beëindigde het gevecht. De volgende dag werden door Priamus gezanten naar Agamemnon gestuurd om een wapenstilstand te vragen. Na overleg met de raad kondigde Agamemnon een wapenstilstand van dertig dagen af. Priamus begroef Troilus en Memnon met een prachtige begrafenis. Beide kanten zorgden ervoor dat de overige soldaten werden begraven.