Erfgoeddecreet 7 mei 2004/Titel I

Uit Wikisource
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

TITEL I: ALGEMENE BEPALINGEN[bewerken]

ARTIKEL 1[bewerken]

Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewest-aangelegenheid.

ARTIKEL 2[bewerken]

In dit decreet wordt verstaan onder:

  1. cultureel erfgoed: materiële en immateriële betekenisdragers uit het verleden, die gemeenschappelijke betekenissen verkrijgen binnen een cultureel referentiekader;
  2. zorg voor het cultureel erfgoed: het voor de gemeenschap bewaren en onderzoeken van het cultureel erfgoed;
  3. ontsluiting van het cultureel erfgoed: het voor een breed publiek zichtbaar maken, het toegankelijk maken van de betekenissen van het cultureel erfgoed voor de gemeenschap en het voortdurend actualiseren van deze betekenisssen;
  4. gemeentelijk cultuurbeleidsplan: een beleidsplan als bedoeld in artikel 4 van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid;
  5. archiefdecreet: het decreet van 19 juli 2002 houdende de privaatrechtelijke culturele archiefwerking;
  6. decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking: het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking;
  7. werkingssubsidie: een subsidie die toegekend wordt ter ondersteuning van de personeels- en werkingskosten voortvloeiend uit een structurele activiteit die een continu en permanent karakter vertoont;
  8. projectsubsidie: een subsidie die toegekend wordt ter ondersteuning van een activiteit die zowel qua opzet of doelstelling als in de tijd kan worden afgebakend;
  9. steunpunt: een facilitaire organisatie die een intermediaire rol vervult tussen het veld en de overheid met als belangrijkste taken: praktijkondersteuning, praktijkontwikkeling, beeldvorming en communicatie;
  10. instelling van de Vlaamse Gemeenschap: een museum dat als zodanig wordt aangewezen door de Vlaamse regering

ARTIKEL 3[bewerken]

  1. Dit decreet heeft tot doel een cultureel-erfgoedbeleid uit te bouwen, met name vanuit een geïntegreerde aanpak een kwaliteitsvolle en duurzame zorg voor en ontsluiting van het cultureel erfgoed te stimuleren. Dit impliceert het verbreden van het maatschappelijk draagvlak en het uitbouwen van een netwerk van expertise.
  2. Hiertoe voorziet het decreet in erkenning en subsidiëring van musea, in de toekenning van subsidies voor de uitvoering van erfgoedconvenants, in subsidiëring van cultureel-erfgoedpublicaties en in subsidiëring van cultureel-erfgoedprojecten.

Dit decreet regelt eveneens de opdracht en de subsidiëring van het steunpunt voor de musea, de archiefinstellingen, de bewaarbibliotheken, de documentatiecentra en de erfgoedconvenantswerking.