Het Vaderland/Jaargang 10/Nummer 303/De Fransche Opera

Uit Wikisource
‘De Fransche Opera’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit Het Vaderland, woensdag 25 december 1878, tweede blad [p. 1]. Publiek domein.
[ tweede blad, 1 ]

DE FRANSCHE OPERA.

Vóór Kerstmis moesten de geabonneerden nog uitspraak doen over een debutant, den heer Cot, second ténor-léger, wiens tweede debuut in »Si j’étais Roi” nu bijna een maand geleden een gemengden indruk had achtergelaten. Die indruk is na gisterenavond niet gewijzigd; de stem van den heer Cot is niet van de aangenaamste, zijn actie eer levendig dan goed te noemen, maar het is te laat om nu nog de proef met den 4n second ténor-léger te wagen (Cot is, zooals men zich herinnert, de 3e die in dit emplooi dit jaar optrad), en daarom gaven we reeds na »Si j’étais Roi” in bedenking hem toe te laten. Dit is gisterenavond geschied. Tonio vond genade inde oogen der geabonneerden; den doorslag gaf voorzeker de romance in de 2e acte van »La Fille du Régiment”. »Pour me rapprocher de Marie”, die dan ook veel beter werd gezongen dan al het voorafgaande. De overige vertooners kweten zich wederom zeer loffelijk in Donizetti’s bevallige opera en mme. Desgoria vooral mocht zich in warme toejuichingen verheugen; na de zangles ontving zij een fraaien bouquet. Mlle. Blanche Miroir, die met bloemen bij haar eerste optreden was ontvangen, ging niet met leege handen heen; ook haar werd in de eerste acte van »Le Petit Duc” een bouquet aangeboden: mlle. Miroir laat hier aangename herinneringen achter; moge zij ons niet vergeten, wanneer zij eenmaal als een ster van de eerste grootte zal schitteren aan den hemel van de »diva’s” der opérette!