Naar inhoud springen

Het Vaderland/Jaargang 62/26 maart 1931/Avondblad/Mengelberg jubilaris

Uit Wikisource
‘Mengelberg jubilaris. Viert morgen den 60sten jaardag’ door A. d. W.
Afkomstig uit Het Vaderland, donderdag 26 maart 1931, Avondblad C, [p. 1]. Publiek domein.
[ Avondblad C, 1 ]

Mengelberg jubilaris


Viert morgen den 60sten jaardag.


Als morgen van alle kanten de gelukwenschen toestroomen naar den in de Oude en Nieuwe Wereld beroemdsten Amsterdammer-van-dezen-tijd, dan wil ook ons blad daar niet bij achter blijven, zij het met een papieren wensch uit de verte.
Al is de heer Mengelberg het jubileeren zoowel als het bejubeld worden welhaast gewend, de behoefte tot het betuigen van

Mengelberg thuis te Amsterdam.

eerbied, bewondering, liefde, tot verknochtheid toe, wordt er niet minder door, en wanneer het dozijn-lustrum in het aantal levensjaren is bereikt, is dat een welkome gelegenheid, nog weer eens van zijn gevoelens te doen blijken.
Als dus morgen „Mengeltje” (zie het bekende Gedenkboek Willem Mengelberg, 1920, blz. 174) verjaart, en aldus zijn zes kruisjes in hooge eere draagt, dan is dat ook buiten den kring der naastverwanten een feit van verheugenis voor talloos velen, die door Mengelbergs persoonlijke muziekbemiddeling menigmaal of bij voortduring muziekervaringen ondergingen, die het leven verlichtten en rijker maakten. Van de Mengel-mount-ers, de Mengelbergianen (Bolland), en wie het naar Speenhofs dichtader zoo „deftig en fijn” vinden, „bij Mengelberg” geweest te zijn, tot de niet doodgeslagen vlieg No. 26 op Chasa-Mengelberg in Zwitserland (zie alweer Gedenkboek W. M. bl. 195), en de misschien „alles vergeten en vergeven” fiscus toe (?), ze zijn ook morgen in gedachten bij „Willem Mengelberg, Imperator, Rex”, zooals de heer A. B. Kleerekoper op bl. 20 schreef.
Al zullen de eindoordeelen over de inwerking van Mengelbergs trouwens natuurlijk ook evolutioneerenden geest op dien van Amsterdam, Nederland, Europa, Amerika uiteraard verschillend luiden, de historie zal zijn eminente beteekenis voor een later zeker heel belangrijk blijkend tijdperk der wereldmuziekgeschiedenis ongetwijfeld alle rech[t] doen wedervaren. Orkestopvoeders en opvoerders van zijn kracht zijn ten allen tijde zeldzaam geweest. Zulk een „orkestgehoor” zulk een studie-energie en -intuïtie voor het wezenlijkste van coloriet, zulk een voor zich zelf sterk-gefundeerd autoritair en gerechtvaardigd zelfbewustzijn, zulk een sterke, een podium-massa beheerschende veldheersblik, een zoo krachtige zelfbeheersching bij evenredige vitaliteit, dàt zijn wel de elementen om een ongeëvenaard prachtinstrument als het Amsterdamsche orkest tot zijn hoogst mogelijke potentie op te voeren. Bij alle gelegenheden en muziekfeesten hebben autoriteiten in binnen- en buitenland dezen orkestraal-reproductief-hoogen stand van het Concertgebouw-Orkest niet minder hoogen lof toegezwaaid, den spiritus rector, dr. Willem Mengelberg, eerend om deze zijn „Spitzenleistung”.
Als binnen enkele jaren het Concertgebouw-Orkest wederom een gewichtigen jubileum-mijlpaal bereikt, het 40-jarig leiderschap van den grooten dirigent, zal er opnieuw gelegenheid zijn, de rijke vruchten van beider bloeiend muzikaal leven te gedenken.

A. d. W.

* * *

Van Willem Mengelberg zal binnenkort bij H. D. Tjeenk Willink en Zn.’s Uitg.-Mij. een Nederl. uitgave met portretten en illustraties verschijnen van een biografie en kunststudie, geschreven door mevrouw Edna Richolson Sollitt, een Amerikaansche artiste, die jaren achtereen een diepgaande studie heeft gemaakt van zijn arbeid, zoowel in Europa als in Amerika.