Naar inhoud springen

Het Vaderland/Jaargang 68/14 mei 1936/Avondblad/Oude kunst

Uit Wikisource
‘Oude kunst. Kunstzaal Bennewitz’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit Het Vaderland, donderdag 14 mei 1936, Avondblad C, p. 1. Publiek domein in de EU.
[ Avondblad C, 1 ]

OUDE KUNST


Kunstzaal Bennewitz

De royale schenkingen van Sir Henry Deterding hebben weer de bijzondere aandacht gevestigd op oude kunst. Natuurlijk is de belangstelling daarvoor altijd groot, ook in onze stad, maar de meeste kunstzalen hier exposeeren toch moderne kunst en dit is gewoonlijk ook het geval in de kunstzaal Bennewitz. Thans kan men hier echter tot 23 Mei van oude kunst genieten.
Vestigen wij eerst de aandacht op twee schilderijen van Frans van Mieris den Oude. Dit tweetal maakt niet enkel deel uit van het beste, wat de tentoonstelling van oude kunst in deze zaaltjes biedt, doch buitendien althans tot die der werken van den Leidschen schilder mag worden gerekend, welke, misschien niet zonder bedenking bewonderenswaardig, in elk geval belangwekkend zijn. Men kan veel op van Mieris afdingen, zijn keurige schildering als gekunsteld veroordeelen en zelfs beweren, dat hij er met zijn nauwlettend, omzichtig, men kon het wel noemen pietluttg penseelen naar heeft gestreefd, den burgermanssmaak in het gevlij te komen. Het ging echter niet aan te loochenen dat verscheidene zijner werken, ook deze twee schilderijtjes, waarvan „De wijnschenker” tenminste zin voor kleur in licht, „De Oestereetster”, met een fijne schaduw over oor en wang der in profiel beschouwde vrouw, gevoel voor toonschakeering doet waardeeren, den maker als een schilder doen kennen, die voor zijn leermeester Dou nauwelijks op zij hoeft te gaan.
Van ander karakter, kloeker. bewuster, statig in weerwil van zekere burgerlijkheid (die men intusschen als te goeder trouw heeft te aanvaarden, daar zij niet poogt haar degelijkheid voor adel van geest te doen doorgaan) is een portret van Abraham van der Mees, senator van Holland, Friesland en Zeeland, stellig met volle instemming van den man zelf door Michel van Mierevelt als gewichtigaard uitgebeeld. Een ten name van Palamedesz staand vrouweportret, zeer knap geschilderd, lijkt ons aantrekkelijker. Ook een uitbeelding — nauwkeuriger: verbeelding — van Koning David door Jan van Bijlert wetk wel belangstelling. Voor dien schilder der Utrechtsche school, welke zich zoo graag naar Caravaggio richtte en die al italianiseerend menigmaal in zijn manier verstarde, is deze zelfs een opmerkelijk werk.
Met een „Wildverkoopster”, een kleine Metsu, bevindt men zich weer in de omgeving van Dou. Men doet den laatste niet te kort, als men zegt, dat Mensus schilderijtje een fijner gevoel voor gestemdheid van toon laat waardeeren dan waar, tenminste gewoonlijk, de oudere Leidsche meester van doet blijken.
Als een belangwekkende schilderij, waard dat men haar oplettend beschouwt, moet een tafereel met twee bacchanten van Abraham Janssens worden vermeld. De opvatting is wat conventioneel, wonderlijk genoeg de voordracht niettemin zeer vrij en levendig. Mooi van toon, in het langzaam overgaan van licht in schaduw, zeer verdienstelijk van stofuitdrukking, zoowel in het naakt als in de kleeding der vrouwen, enz., blijkt bij aandachtige bezichtiging dit doek ook sterk expressief, krachtig en zuiver karakteriseeerend. Noemen wij verder een „Ontmoeting van den H. Franciscus en den H. Dominicus” en twee uitbeeldingen, onderscheidenlijk van den Christus met de doornenkroon en de Madonna, waarvan de herkomst, voorzichtig en vaag, slechts is aangeduid als „Italiaansche school,” zonder tijdsbepaling.
Landschappen, al dan niet met figuren, vormen de meerderheid der collectie. Men ziet een duinlandschap van Van Goyen, zeker niet een zijner belangrijkste werken, een opmerkelijk landschapje aan water van Hobbema, een groote dorpskermis van Droochsloot, landschapjes met menschen en dieren van Jan Wijnants en A. van Bredael, een duinlandschap met een groep figuren en een fantastisch maaneffect van Egbert van der Poel, ook een Paulus Bril en twee werken ten name van Joos de Momper.

Frans van Mieris, De wijnschenker.