Het Volk/Jaargang 28/Nummer 8575/Ochtendblad/Dammen
‘Dammen. Marinus Fabre tegen Herm. de Jongh. Een wedstrijd met levende damschijven’ door een anonieme schrijver |
Afkomstig uit Het Volk, woensdag 17 augustus 1927, Ochtendblad, [p. 4]. Publiek domein. |
Dammen.
Marinus Fabre tegen Herm. de Jongh.
Een wedstrijd met levende damschijven.
Van onzen bijzonderen korrespondent:
Indien de dam- en schaakspelers zich een hoofdstad zouden moeten kiezen, dan zou hun keuze ongetwijfeld op Compiègne vallen. Deze stad telt geen inwoner die niet de illusie heeft eens de koning der schaakspelers te worden of de Napoleon van het dambord. En inderdaad, uitgezonderd „Les Milles”, het damdorp in Zuid-Frankrijk, is er hoogstwaarschijnlijk geen stad ter wereld, waar zooveel gedamd en geschaakt wordt als in Margny-les-Compiègne. En niet alleen in de klublokalen en kafees worden deze denkspelen beoefend, doch ook in de open lucht. Door het organiseeren van een schaakspel met levende stukken en nu weer van een „damier vivant” is deze stad minstens even beroemd geworden als door het prachtige kasteel uit den tijd van Louis XV, dat zich binnen haar grenzen bevindt.
De partij met levende damstukken werd gespeeld door den wereld-kampioen Fabre en den Hollandschen grootmeester De Jongh. Het lot wees Fabre aan als generaal der witte schijven, voorgesteld door twintig kleine meisjes in witte jurkjes en den Hollander als aanvoerder der twintig in het zwart gekleede jongetjes. Het dambord was op een groot grasveld geteekend en was door duizenden belangstellenden omringd.
Behalve van de zijde van het publiek was de belangstelling van den kant der pers en zelfs der Cinema geweldig. Tientallen fotografen en verschillende operateurs maakten opnamen van dambord en spelers.
Van de partij zelf — de spelers speelden natuurlijk op een gewoon dambord en hun zetten werden door een loudspeaker overgebracht — valt niet veel mede te deelen, hetgeen bij een tempo van 30 zetten per half uur niet te verwonderen is. Toen het daarna nog begon te regenen, werd dit tempo bij onderling goedvinden opgevoerd, zoodat tenslotte de partij in ongeveer een uur was afgeloopen.
Het vele afruilen, dat daarvan het noodzakelijke gevolg was, gaf een eenvoudig remise-eindspel tot slot.
Na afloop bedankte de burgemeester in een geestige toespraak de beide spelers voor hun medewerking, terwijl den aanvoerder door hunne „schijven” een krans werd aangeboden.
Hieronder de partij:
M. Fabre, wit.Herm. de Jongh, zw.
1. 34—29, 19—23; 2. 39—34, 14—19; 3. 44—39, 10—14; 4. 50—44, 5—10; 5. 29—24, 20:29; 6. 33:24, 19:30; 7. 34:25, 14—19; 8. 35—30, 10—14; 9. 30—24, 19:30; 10. 25:34, 13—19; 11. 39—33, 8—13; 12. 44—39, 2—8; 13. 32—28 23:32; 14. 37:28, 17—22; 15. 28:17, 11:22; 16. 41—37, 7—11; 17. 46—41, 19—23; 18. 37—32, 14—19; 19. 41—37, 9—14; 20. 49—44, 22—28; 21. 33:22, 18:27; 22. 32:21, 16:27; 23. 31:22, 23—29; 24. 34:23, 19:17; 25. 37—32, 12—18; 26. 39—33, 1—7; 27. 44—39, 7—12; 28. 42—37, 14—19; 29. 32—28, 15—20; 30. 37—32, 20—24; 31. 39—34, 18—23; 32. 34—29, 23:34; 33. 40:20, 19—23; 34. 28:19, 13:15; 35. 47—42, 12—18; 36. 32—28, 8—13; 37. 43—39, 17—22; 38. 28:17, 11:22; 39. 38—32, 18—23; 40. 32—27, 22:31; 41. 36:27, 6—11; 42. 42—37, 15—20; 43. 37—32, 20—24; 44. 33—28, 23—29; 45. 39—34 29:40; 46. 45:34, 13—18; 47. 27—21, 3—8; 48. 32—27, 8—12; 49. 28—22, 18:23; 50. 21—16, 23—29; 51. 16:18, 29:40; 52. 18—12, 40—44; 53. 12—8, 44—49; 54. 8—2, 49:16; 55. 3:35, remise.