Naar inhoud springen

De Stijl/Nummer 79-84/De gouden droppel

Uit Wikisource
De gouden droppel
Auteur(s) I.K. Bonset
Datum 1927 [eigenlijk 1928]
Titel de gouden droppel
Tijdschrift De Stijl
Jg, nr, pg 7, 79/84, 9-10
Genre(s) Poëzie
Brontaal Nederlands
Bron Ad Petersen (ed.; 1968) De Stijl. 2. 1921_1932. Complete Reprint 1968, Amsterdam: Athenaeum, Den Haag: Bert Bakker, Amsterdam: Polak & Van Gennep, p. 533.
Overige publicatie(s) Els Hoek (redactie; 2000) Theo van Doesburg. Oeuvrecatalogus, Bussum: Uitgeverij Thot, ISBN 9068682555, p. 677.
Auteursrecht Publiek domein

[9]
[...]

I. K. BONSET

(uit de serie « versbeeldingen » 1913—1920)

de gouden droppel. We zitten daar
waar ?
in het duister
(nerveus) Het venster staat open :
« Luister »
« Wat is er ?»
« Wat is er ?»
 
9
 
[10]
 

Niets
’n Avondstraat.
Lantaarnlicht.
Geschuifel.
Gepraat. We zitten daar
roerloos
en kijken maar.


« Kijk, kijk !»
« Waarnaar ?»
« Naar dien droppel daar ».
« ’k zie niets »


De vrouwen bewogen
onrustig
en bogen
zich naar ’t open raam.
Allen :
« We zien geen droppel vallen ».


We zitten weer
roerloos
als verwachten we iets.

« Daar valt hij weer. »
« Waar, waar
ik zie niets. »


Hé, zie je dan niet
’n gouden droppel
uit den hemel
vallen ?»


De hemel is helder !
De straat is niet nat.


En toch
valt elken keer
den gouden droppel neer,
vlak langs het raam.
En niemand van allen,
die evenals ik
den droppel
ziet vallen.


1916-17.

 
[...]
 
10