Kleine gedigten/De verwelkte roos
Uiterlijk
← Claartje, bij de schilderij van hare overleden moeder | Kleine gedigten voor kinderen (1779) door Hieronymus van Alphen | Mietje bij het clavecimbaal → |
Uitgegeven in Utrecht door de wed. Jan van Terveen en zoon. |
DE VERWELKTE ROOS.
Waarom verwelkt de roos zo ras?
Zei Jantje, och of 't anders was!
God wierd ook, dunktme, meer geprezen,
Zoo 't roosjen langer bleef in wezen.
Al denktge, datge 't wel doorziet,
Mijn lieve Jan! het is zo niet.
De Schepper weet het best van allen,
Waarom 't zo schielijk af moet vallen;
En wil ook, datge gadeslaat,
Hoe ras het aardsche schoon vergaat.
De schepper, dien 't ons past te vreezen,
Wordt door bedillen nooit geprezen.