Kleine gedigten/Het gebroken glas
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
← Het Hondjen | Het gebroken glas door Hieronymus van Alphen | De godsdienstigheid → |
Uit Kleine gedigten voor kinderen |
Het gebroken glas
Eene vertelling
Cornelis had een glas gebroken
- Voor aan de straat;
Schoon hij de stukken had verstoken,
- Hij wist geen raad
Hij had een afschrik van te liegen,
- Wijl God het ziet;
En zou hij Mama nu bedriegen,
- Dat kon hij niet.
Hij stond onthutseld en bewogen;
- De moeder komt;
Zij ziet de tranen in zijn oogen;
- Hij scheen verstomd,
Heeft Keesje, zeize, wat bedreven?
- Wat scheelt er aan?
'k Heb, zei hij, moeder-lief! zo even
- Weer kwaad gedaan.
Terwijl ik bezig met paletten
- Bij 't venster was,
Vloog mijn volan, door 't forsch raketten,
- Daar in het glas.
Maar als uw Keesje 't van zijn leven
- Niet weder doet,
Dan wilt gij 't immers hem vergeven,
- Gij zijt zo goed!
Kom Keesje lief! hou op met krijten,
- Zei moeder toen:
'k Wil u dien misslag niet verwijten,
- Hij kreeg een zoen.
'Die altoos wil de waarheid spreken,
- Wordt wel beloond,
Die leugens zoekt voor zijn gebreken,,
- Wordt niet verschoond.'