Naar inhoud springen

Leeuwarder Courant/1830/Nummer 62/Parijs, den 26 Julij

Uit Wikisource
‘Parijs, den 26 Julij’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit de Leeuwarder Courant, dinsdag 3 augustus 1830, [p. 1]. Publiek domein.

[ 1 ]PARIJS, den 26 Julij. Ten gevolge van een uitgebreid verslag, door alle ’s Konings ministers onderteekend, heeft Z. M. onderscheidene ordonnantien uitgevaardigd, alles gedagteekend van gisteren, bij welke, 1o) de vrijheid der periodieke drukpers wordt afgeschaft, tengevolge waarvan geen dagblad, periodiek of semi-periodiek geschrift zal mogen het licht zien zonder voorafgegane autorisatie, welke alle drie maanden zal moeten worden vernieuwd en ieder oogenblik ingetrokken zal kunnen worden; 2o) de kamer van de afgevaardigden der departementen ontbonden wordt; die maatregel is genomen ten gevolge der in het werk gestelde manoeuvres, om de kiezers, gedurende de jongste werkzaamheden der kies-kollegien, om den tuin te leiden en te bedriegen; 3o) de kies-kollegien tegen den 6 en 18 September aanstaande worden bijeengeroepen en de vergadering der Pairs en der Afgevaardigden tegen den 28 van gezegde maand belegd wordt; de zamenstelling dezer kies kolleglen wordt bij eene andere ordonnantie geregeld, waarvan de considerans luidt als volgt: „besloten hebbende, het hervatten der manoeuvres te beletten, welke op de jongste operatien der kies-vergaderingen eenen nadeeligen invloed hebben uitgeoefend, en willende dienvolgens de regelen der verkiezingen, waarvan de ongelegenheden ons bij ondervinding gebleken zijn, volgens de grondbeginselen van het Constitutioneel Charter, hervormen, hebben wij (de Koning) de noodzakelijkheid erkend, om van ons regt gebruik te maken, ten einde, door van ons uitgevaardigde acten, in de veiligheid van den staat te voorzien en iedere onderneming, waarbij de waardigheid onzer kroon belaagd wordt, te keer te gaan, enz.”
Van den 28, des middags ten 12 ure. De staat der zaken verergert; gisteren is er in de straten gevochten, heden schijnt het stiller, doch alleeen omdat de gewapende magt de menigte niet aantast, maar haar laat begaan. De regterlijke magt schijnt zich tegen het gouvernement te verklaren. De Messager zich de twee eerste dagen onzijdig gehouden hebbende, begint zich nu weder sterker tegen het ministerie te verklaren en is des niet te min verzonden geworden. Zie hier wat dit blad, in zijne uitgaaf van heden middag, nopens de omstandigheden zegt:

FRANKRIJKS KREET.

„Nog is het tijd ....... De kreet van het Charter is de eerste, die uit Fransche harten opgaat. Niet een eenig man onder dit ontelbare volk, dat opstaat en zich wapent, of hij is gereed, die wapenen af te werpen, zoodra de wet zich weder vertoont.
„Als Franschen en als constitutionele Franschen, voor wie deze hoedanigheid de eerste van alle is, smeken wij het gezag nog, om door eenen snellen terugkeer tot de heilige eeden, het Vaderland te ontwapenen. Men verschijne op nieuw met het maatschappelijke verdrag in de hand, en die ontzaggelijke massa’s, welke niets, in de verdediging hunner regten, zou kunnen bedwingen nog nederslaan, kunnen nog bewilligen, weder rustige burgers te worden, wanneer men hun de wetten terug geeft, die de eenige voorwaarden der rust zijn.
„Men bedenke zich; binnen weinige uren zal het misschien zelfs voor het berouw te laat zijn. Wij zelven, wij zullen aan niets meer toebehooren dan aan het Vaderland; de rol van schrijvers, van bevredigende schrijvers, zal ten einde zijn; er zal er geene overblijven dan die van martelaars voor de zaak van Frankrijk, en onze keus is gedaan.”
Na deze inleiding laat de Messager het onderstaande volgen:
„Sedert gisteren, en ook heden ochtend nog, vertoont Parijs het ontrustendste en onheilspellendste voorkomen,
„Alle werkplaatsen zijn gesloten, gelijk ook alle winkels. Massa’s ambachtslieden en burgers van alle rangen doorstreven de straten, door hun geschreeuw een misnoegen aan den dag leggende, dat alle verbeelding te boven gaat.
„Gisteren avond hebben de troepen der garde en de gendarmerie, aan verscheidene oorden, op de volkshoopen gevuurd, inzonderheid op het plein van het Palais-roijal, in de straat Richelieu, op het plein Maubert en op het plein des Victoires.
„Het volk heeft, aan de uitgangen van verscheidene straten, afsluitingen gevormd, met huurkoetsen en omnibus, van welke men de paarden los gespannen heeft.
„Al de winkels der geweermakers zijn opengeloopen geworden; ook de winkels der kramers zijn opengebroken, om vuursteenen te erlangen; hetzelfde is gebeurd op alle plaatsen, waar men buskruid verkocht.
„Op verscheidene plaatsen leverde het gevecht, dat met snaphaanschoten gevoerd werd, een verschrikkelijk schouwspel. De straten waren met dooden en gekwetsten bezaaid. (Les morts et les biessés jonchaient les rues.)
„Gisteren avond zijn al de straatlantaarnen stukgeslagen. Het volk heeft alle schouwburgen doen sluiten. Wachthuizen der gendarmerie zijn belegerd en in brand gestoken geworden, inzonderheid dat op het plein der beurs.
„Heden morgen zijn de zamenscholingen nog talrijker en nog verbitterder. Alle koninklijke teekenen, zoo als de platen der notarissen en de wapenschilden, welke de winkels der door het hof gebreveteerde leveranciers versieren, worden weggenomen, uitgewischt of vernield.
„De linietroepen houden sommige punten bezet, maar blijven er werkeloos en worden ook niet beleedigd. Het volk schijnt aan zich zelf overgelaten. Wij zijn onbewust, welke maatregelen het gezag wil nemen om de rust te herstellen.
„Het getal der burgers en der militairen, die gesneuveld of gekwetst zijn, is niet bekend. De in omloop zijnde opgaven zijn zeer verschillend.
„Tegen de vensters van het hotel der buitenlandsche zaken waren steenen geworpen geworden. Thans staat eene aanzienlijke gewapende magt en vier stukken kanon, met brandende lonten, voor dat hotel en voor die der overige ministers.”
De Moniteur, die overigens, behalve eene verordening, welke straffen dreigt aan de jonge lieden der universiteit, die zich met de onlusten bemoeijen, niets betrekkelijk deze gebeurtenissen meldt, zegt dat de Koning, bij ordonnantie van den 25 dezer, den maarschalk Hertog van Ragusa met het bevel over al de troepen der eerste militaire afdeeling belast heeft.
De heer de Bourmont is te Parijs aangekomen. Hij heeft te Algiers eene gouvernements-commissie daargesteld, tot dat in het bestuur van dat regentschap nader zal zijn voorzien.