[ 1 ]LONDEN, den 20 December. In Ierland is wederom een van die tooneelen voorgevallen, welke zich in dat land maar al te dikwerf opdoen. Een policie-officier die met elf man, een der gaarders van de kerkelijke tienden ten geleide verstrekte, is met al zijne manschap door de boeren vermoord geworden.
De Courrier erkennende dat de weigering van den Koning der Nederlanden, om tot het voorgestelde vredes-traktaat toe te treden, ofschoon in de stelligste, echter tevens in de meest gepaste bewoordingen gesteld is, vermaant de conferentie om daarom niet op hare stappen terug te komen. Er staan zegt dit blad wijders, slechts drie wegen open; of wel alle tusschenkomst laten varen, en laten Holland en Belgie onderling hun geschil beslechten, of wel volharden in het eenmaal genomen besluit, om Holland tot de aanneming te noodzaken; of wel eindelijk de vorderingen der beide partijen op nieuw in overweging nemen, zonder het allerminst acht te geven op vroeger genomen beslissingen. Was de conferentie in den eersten aanvang wel beraden geweest, zoo zou zij zich van alle tusschenkomst hebben onthouden; de groote Mogendheden zouden de striktste onzijdigheid hebben bewaard en de Hollanders en Belgen hun eigen strijd hebben laten voldingen. Het beginsel van tusschenkomst is altijd een gevaarlijk iets, ook zelfs wanneer het, zoo als in het onderhavige geval, gegrondvest is op het verlangen om den algemeenen vrede te behouden en het bloedvergieten tusschen twee natien te voorkomen. Hoe loffelijk de beweegreden ook geweest moge zijn, wij zijn genoodzaakt te erkennen dat de uitslag verre van voldoende is geweest.
In deszelfs laatste nummer spreekt de Courrier van den indruk, welken een zijner laatste artikels op de Parijsche beurs heeft gemaakt. Wij verzekerden, zegt hij zakelijk, dat er geen formeel voorstel tot algemeene ontwapening aan het Fransch gouverment was gedaan, dat Oostenrijk en Pruissen zich wel is waar hiertoe niet ongenegen hadden betoond, maar dat Rusland nimmer eenige mededeeling hieromtrent gedaan had. Deze verzekering was volkomen met de waarheid overeenkomstig, en wij tarten een ieder het tegendeel te bewijzen. De geneigdheid van Oostenrijk en Pruissen, om den vrede van Europa door eene algemeene ontwapening te verzekeren, hebben wij nimmer betwijfeld, en het is zelfs niet onmogelijk dat Rusland verkregen hebbende, al wat het in Persie, Turkije en Polen behoefde, het niet onraadzaam acht eene vredelievende staatkunde aan te nemen, tot dat het tot nieuwe oorlogen voorbereid zal wezen. Wij hebben slechts gezegd wat er al of niet was geschied, zonder ons in gissingen te begeven van wat er gebeuren konde. — Ons berigt omtrent het dralen van het Britsche kabinet in het antwoord geven op de laatste mededeeling der conferentie, heeft de speculateurs in de fondsen niet minder gehinderd, en een avondblad heefc trachten te betoogen, dat ons artikel geenszins half officieel was. Maar wie heeft dit ooit beweerd. Wij zeiden duidelijk hetzelve uit de citij te hebben en behoefden geene valsche kleur daaraan te geven, om het geloof bij te zetten. Wij zeiden dat het Russisch gouvernement zich met betrekking tot het geschil tusschen Belgie en Holland niet zoo warm had betoond, als het had behooren te doen, en des noods zouden wij deze daadzaak zonder moeite kunnen bewijzen. Maar Rusland mag welligt (may) het traktaat ratificeren. — Rusland mag welligt al deszelfs troepen ontbinden. — Rusland mag welligt een einde maken aan deszelfs tegenwoordig stelsel van draling, en Rusland mag willigt voor een poos zeer vredelievend en handelbaar zijn, want Rusland heeft al wat het ondernomen heeft zien gelukken, en behoeft nieuwen adem te scheppen, om nieuwe ondernemingen te doen.