Naar inhoud springen

Leydse Courant/1837/Nummer 45/Spanje

Uit Wikisource
‘Spanje’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit de Leydsche Courant, vrijdag 14 april 1837, [p. 1]. Publiek domein.
[ 1 ]

SPANJE.

Berigten over Parijs van den 11 April.

Volgens een bevelschrift van de Koningin-Regentes, den 1sten April in het Madridsch Regeringsblad geplaatst, zal de op dien dag verschenen rente der binnenlandsche schuld den 1sten Julij van dit jaar betaald worden. Bij het uitvaardigen van dit bevel was de betaling van de rente van het vorige halfjaar nog niet afgeloopen en dezelve gaat, uit hoofde van gebrek aan fondsen zeer langzaam voort, en werd nu en dan geschorst; in genoemd stuk werd echter ook bepaald, dat met den 4 April onafgebroken zou voortgegaan worden met de betaling van dat verschenen halfjaar; indien namenlijk de Cortes hunne goedkeuring aan de voorgestelde maatregelen hechtten.
— Uit Madrid meldt men van den 2den, dat het Carlistisch Opperhoofd Forcadell den 27 Maart uit Albaceta getrokken was, na er veel kwaad gedaan te hebben. Men vreesde nu aldaar de aankomst van Cabrera. — Alle gemeenschap met Valencia is afgebroken. — Mendizabal heeft als reden van het niet-betalen van de interest der schuld bijgebragt, de rooverij, welke Gomez in de provincie heeft begaan, en het niet binnenkomen van de gedwongen leening van 200 millioen realen.
— Het Charte de 1830 deelt de volgende telegraphische depeche mede:

Narbonne, 9 April 1837.

In den nacht van den 1sten April heeft men te Barcelona den brand in het gebouw der Municipaliteit gestoken; dezelve is echter gebluscht; de aanstokers zijn niet gevat. Er heerscht te Barcelona veel gisting.
Den 28 Maart is een regiment van de Koningin, bij het aannaderen des vijands, verstrooid geworden; het overschot is te Valencia binnengekomen.
Den 29sten heeft Cabrera bij Valencia eene brigade van 1000 man infanterie en 155 dragonders overvallen; van deze laatsten zijn 15 in de magt der Carlisten gebleven, maar de infanterie is bijna geheel krijgsgevangen gemaakt; alle soldaten van eenigen rang zijn doodgeschoten, 400 hebben in zijne gelederen dienst genomen.
Den 30sten heeft Cabrera zich op Murviedo gerigt. Valencia was den 31sten in groote verlegenheid.